Omzet Visafslag Urk blijft op peil

Algemeen
Afslagdirecteur Teun Visser noemt de landelijke omzetdaling bij de visafslagen ‘dramatisch’. Van 79,5 miljoen euro in de eerste drie maanden van vorig jaar stortte de gezamenlijke omzet omlaag naar 66 miljoen in het begin van dit jaar. Urk bleef met steun uit Duitsland en Denemarken wel overeind.Dat de Nederlandse visafslagen minder omzet haalden, heeft volgens Visser twee oorzaken: “Enerzijds hebben we natuurlijk opnieuw te maken met lagere quota. Aan de andere kant proberen vissers dit jaar beter op hun quotum te passen. Ze smeren hun vangsten beter over het jaar uit.”
De Urker afslag haalde over januari, februari en maart 23 miljoen euro omzet: twee ton meer dan in het begin van 2004. “We blijven ons best doen om de 101 miljoen van vorig jaar te evenaren”, zegt Visser. “Maar voorspellen of dat zal lukken, is onmogelijk. Het prijsverloop is daarvoor te grillig.”

Oostzee
Dat Urk geen omzet hoefde in te leveren, is een gevolg van het gestegen aantal kilo’s vis dat werd aangevoerd. En die stijging komt vooral op naam van de Deense en Duitse aanvoerders. Visser: “In Duitsland is geen afslagsysteem zoals wij dat kennen. Vissers moeten daardoor kiezen tussen contractverkoop of veilingverkoop in Nederland. Ons veilingsysteem is dan voordeliger, vanwege de betere prijzen en omdat aanvoerders meteen hun geld krijgen. Oostzeevissers hebben de afgelopen maanden vooral veel wijting en kabeljauw aangevoerd. De prijzen zijn niet hoog, maar het aantal kilo’s is dat wel. Het is zeker niet zo dat ze onze afslag uit het slop trekken, maar het is zeker een welkome aanvulling.”
Deense aanvoerders weten Urk ondertussen ook steeds vaker te vinden. Dat is volgens Visser vooral een kwestie van armoede: “De vloot is daar afgetakeld en dat geldt ook voor de visindustrie. Vandaar dat vissers steeds vaker deze kant op komen met hun vangsten.”
Ondanks dat de Urker omzet niet onderuit ging, is Teun Visser niet optimistisch gestemd: “Landelijk werd het zeventien procent minder. En dat betekent ook dat de vissers zeventien procent minder in hun portemonnee hebben. Dat telt ook door voor ons, want zonder aanvoerders blijven we natuurlijk nergens.”