Bos wil meer toerisme in de afslag.
Bos wil meer toerisme in de afslag.

Gerrit Bos wil IJsselmeerafslag kopen

Algemeen
Ondernemer Gerrit Bos van Palingcentrum Urk vraagt de gemeente of hij het pand van de IJsselmeervisafslag mag kopen. Hij wil de veiling van IJsselmeervis onder zijn hoede nemen en ziet kansen om die lucratiever te maken voor de overgebleven vissers.

Bos beseft dat de gemeente in zijn maag zit met de afslag. Elk jaar wordt verlies gedraaid en zicht op verbetering is er eigenlijk niet. Bos: ,,Ik begrijp dat er plannen zijn om de inzet van personeel verder terug te brengen en dat zou betekenen dat er alleen nog maar om twaalf uur verkoop is. Dan blijven de vissers van buiten Urk weg en neemt de toeristische uitstraling ook nog verder af.”

De ondernemer wil de afslag omvormen in een toeristische attractie waar de vissers ook nog iets aan hebben. ,,Het plan is om de paling in porties van tien pond te verkopen. Via de klok, maar dan wel bij opbod. Zowel handelaren als particulieren mogen dan mee bieden. Ik weet zeker dat er op die manier meer geld verdiend kan worden. Daarom bied ik de vissers een vaste prijs aan. Ik wil een contract voor drie jaar met ze sluiten.”

Koelcellen
Bos heeft ook belang bij het gebouw van de afslag vanwege de koelcellen. ,,Die capaciteit wordt nu maar voor vijf procent gebruikt. Met ons bedrijf kunnen wij die koelcellen erg goed gebruiken.”
De plannen zijn inmiddels voorgelegd aan de wethouder. Ook de burgemeester is uitgenodigd voor een gesprek. Zaterdag wordt er gesproken met de plaatselijke IJsselmeervissers en moet blijken of zij ook heil zien in de plannen. Later kunnen ook de vissers uit andere plaatsen nog benaderd worden. Bos: ,,Dat is uiteindelijk wel het streven. Urk moet dé afslag van het IJsselmeer worden. En ik ben ervan overtuigd dat er toekomst voor de visserij is als er meer aandacht voor toerisme komt. Kruip als afslag niet achter gesloten deuren, maar roep om over de haven dat er paling verkocht wordt, gooi de deuren open en laat de toeristen mee kijken en mee bieden.”