Geen oude mannetjes, geen kerkmuren

Algemeen

M’n bèbe had een botter... Het is geen lied uit het repertoire van Oud Hallelujah, maar wél de plek waar de wortels van dit koor liggen. Oudgediende Jelle Bakker (UK 48) weet vanuit overlevering: ,,Met blak weer kon niet gevist worden. Vissermannen zongen dan op de plecht psalmen en hazeuliederen.” En lagen ze overweeks in IJmuiden, dan zochten de bemanningen elkaar ‘s zondags op, om driestemmig te zingen. Ze ervoeren het als goed. Zelfs zo, dat ze ook in hun Urker thuishaven samen gingen zingen.  Het prille begin van koorleven op de Bult...

De oude Wilhelminaschool diende als repetitieruimte en tijdens de zondagse diensten (’Samenzang ging toen nog zonder orgel’) ondersteunden deze koorzangers de samenzang. ,,Er waren zelfs enkele vrouwen lid”, weet voorzitter Willem Blom.
In Urk korenland is door de jaren heen veel gebeurd. Oud Hallelujah veranderde enigszins mee, zij het gering. Zoals de locatie - tegenwoordig de Johannes Calvijnschool - en het zingen met orgel. Maar het repertoire bleef hetzelfde. En nog altijd zingt het psalmen en hazeuliederen in zettingen van vroeger. Vierstemmig, onderverdeeld in tenor, altus, bassus en discant. Let wel: de psalmen worden ritmisch gezongen. ,,Zo staan ze in het oude boeken genoteerd, en daaraan houden we ons vast”, licht Willem toe.
Hij opent vanavond de repetitie. De mannen gaan in gebed. Zowel de oude handen van Louw Gnodde (81) als die van de 10-jarige Hendrik Jan Romkes liggen gevouwen op schoot. Ze vragen Gods zegen en bidden om Zijn nabijheid bij koorlid Lub (UK 153), die met darmproblemen in het ziekenhuis verblijft. ‘Heer ai maak mij uwe wegen’, klinkt het dan. Niet in hoog tempo, maar inderdaad wel ritmisch.

Dirigent André de Bode - opvolger van onder andere Auke Kapitein, Teunis Willem van Eerde, Pieter Gerssen en Teun Pasterkamp - neemt de leiding. De zangers staan op, komen dichter naar hem toe staan en zetten een psalm in. ,,Daar moet nog aan gesleuteld worden”, vindt de dirigent en blikt vooruit op de uitvoering van aanstaande zaterdag in Talma Haven. Per partij neemt hij het lied door. De sfeer is gemoedelijk, harmonieus.
De broertjes Wiegert (13) en Klaas (11) Hoefnagel en Huibert de Bode (12) zingen vol overtuiging mee. Wie denkt dat Oud Hallelujah alleen bestaat uit ‘oude mannetjes’ heeft het dus mis. Daarvan getuigen de twintigers Willem en Meindert de Boer. Met glinsteringen in hun ogen: ,,Het is echt goed om hier op zaterdagavond een uurtje te zijn. We verheugen ons er elke week op.”  

Geen muren
Pauze. Eens vragen naar de kerkelijke achtergrond van deze zangers. Over het algemeen staat Oud Hallelujah toch bekend als behoorlijk ‘rechts’. Willem Blom verheldert: ,,Het is een feit dat de meeste van onze leden in de rechterflank van kerkelijk Urk genesteld zijn, maar kerkmuren kennen we binnen ons koor zeker niet.” Aanvullend, met nadruk: ,,Iedereen is welkom.” De koorleden beamen het. Zo is het en zo was het, weet Jelle Bakker.
Hij gaat even terug in de tijd, een anekdote. Lachend: ,,We gingen eens opperdan voor een optreden. Ons traporgeltje moest per se mee op de kar. Op de plaats van bestemming aangekomen, bleek de aanhangwagen leeg. We waren het instrument onderweg verloren, en niemand had het opgemerkt!” Intussen schenken Jan Woord en Daniël Wijma nog een koffie in. Ja, ieder heeft zo zijn eigen taak. Zo vervult Lub Pasterkamp -  eentje die zowat bij de inventaris hoort – de rol van penningmeester, heeft Mark van Lieburg het orgelklavier sinds een paar jaar overgenomen van Andries Bakker (’Soms zijn die oude zettingen best lastig’) en helpt Sjaak Blom mee met het opruimen.
De puntjes worden na de koffie op de i gezet. Een lied dat er goed inzit bij de zangers: ‘Dan ga ik op tot Gods altaren’ brengen ze vol overtuiging ten gehore. De dirigent is tevreden en kondigt het slotnummer aan. Eerst nog even afspreken wie het oudste lid Louw Korf aanstaande zaterdag ophaalt en weer thuisbrengt. ‘Och, anders laten jullie me daar maar...”, grapt hij.

Het wordt weer stil. Eerbiedig klinkt een dankgebed. Voorbede wordt gedaan voor alle predikanten die op Urker bodem preken. Voordat iedereen huiswaarts gaat, klinkt een couplet van de 25ste psalm: ‘Denk aan mij toch in gena’. Indrukwekkend...

Welkom

Mannenkoor Oud Hallelujah, bestaande uit dertig leden, verwelkomt graag nieuwe leden. ,,Een uitbreiding van zo’n vijftien mannen zou mooi zijn”, zegt Willem Blom. De zanggroep repeteert op zaterdagavond van half acht tot kwart voor negen in de Johannes Calvijnschool. Zo nu en dan treedt het koor op, wordt een kooravond belegd met alle koren in Nederland die nog uit de oude psalmbundel zingen, of nemen ze zelfs een cd op. De leden dragen tijdens optredens overigens geen koorkleding. Wel spreken ze met elkaar af wat zij dragen, voor een bijpassend uiterlijk. Iedereen is uitgenodigd om eens langs te komen, sfeer te proeven en als het bevalt, lid te worden.