Jeugddetentie en werkstraf voor brandstichters
Algemeen Twee 18-jarige plaatsgenoten zijn veroordeeld voor het plegen van een groot aantal brandstichtingen op Urk. De ene jongeman kreeg een werkstraf van 180 uur opgelegd en de hoofdverdachte moet 121 dagen in jeugddetentie doorbrengen. De hoofdverdachte was verantwoordelijk voor de meeste brandstichtingen, waaronder die aan een vissersloods aan het Zwolschediep op 21 januari.Omdat deze brand 120.000 euro schade opleverde, nam de rechtbank de Urker vooral dit feit erg kwalijk.
Naast de jeugddetentie, die gelijk is aan de voorlopige hechtenis, legde de rechtbank de jongeman ook voorwaardelijke jeugd-tbs op. Als bijzondere voorwaarde moet de Urker meewerken aan behandelingen om herhaling te voorkomen.
De andere plaatsgenoot was niet betrokken bij de brandstichting aan het Zwolschediep, maar volgens de rechtbank wel bij een flink aantal andere brandstichtingen. Hij kreeg daarom een werkstraf van 180 uur. Het vonnis in deze zaak wijkt af van de strafeis. De officier van justitie had namelijk om een werkstraf van 240 uur gevraagd.