Afbeelding
Foto:

De smokkelaars van de Bult


Er was eens een kleine vissersgemeenschap. Zij woonden stil en gerust op een eiland in het midden van de Zuiderzee. Toen kwam de grote boze overheid en pompte hun zee leeg. Kabeljauwen lagen naar adem te happen in de laatste plassen water. Het kleine volkje zonder zee rechtte de rug en vertrok naar nieuwe visgronden. Verder weg en bevaren door de internationale gemeenschap. Een tijd lang ging het goed. Noeste arbeiders visten in zes dagen hun brood bij elkaar en ook een bungalow en een Chryslerbus. Toen kwam de grote boze overheid opnieuw hun geluk verstoren. Vangstquota moesten de burgers van het vissersdorp tot de bedelstaf brengen. Grote gebieden in de zee werden tot reservaat gebombardeerd. Vissers moesten mijlen afstand houden en wee je gebeente als je werd betrapt. Het treiteren werd langzaamaan een Haagse hobby. Het spel was begonnen. De overheid werd steeds meer kat, de vissers werden muis.
Even een trekje binnen de mijlen, dachten de eilandbewoners. Even een volgsysteem optuigen, reageerde de overheid. Stores smokkelen werd een sport. Meer controle en meer regels volgden. Vissers keken uit over de wateren en voelden zich vrij. ‘Wij zijn onder en boven de wet', riepen ze. Maar de overheid stapte gewoon op volle zee aan boord. Trok de ruimen leeg en mat de maten. Netten moesten binnenboord, en de schuifmaat ging in de mazen op de millimeter nauwkeurig. Binnenzakken, touwtjes. Het vissersvolk was creatief, maar de overheid sloot visgebieden en legde windmolenparken aan. Bio logen om het hardst over de toestand van de zee. PK-dagen werden in minder dan twintig jaar gehalveerd en toen het vissersvolk de vloot ombouwde tot milieuvriendelijk alternatief, ging de stekker uit de pulskor. Er kwam een aanlandplicht, waarbij kostbaar broed geen tweede leven kreeg, maar aan de wal werd overgoten met rode smurrie. En sinds Europa zich ermee bemoeit is het alleen maar ellendiger geworden. Straks legt de camera aan dek iedere beweging genadeloos vast.
Er ligt een nieuw rapport. Zuiver op de graat, heet het. In het kat-en-muis-spel krijgen de muizen hulp van de hond. Schippers in nood worden benaderd door de andere kant van de samenleving. Verzopen door de overheid, biedt de onderwereld een reanimatieprogramma. De onderzoekers stellen vast dat criminele sleutelfiguren in de visserijwereld de touwtjes in handen krijgen. Na honderdvijftig pagina's onheil komen ze met twee oplossingen. Ten eerste moet de overheid het vertrouwen van de vissers even winnen en mocht dat vreemd genoeg niet lukken dan leren we de jongens van de visserijschool gewoon Meld Misdaad Anoniem bellen als ze verdachte sporttassen in de netten vinden. Ik heb zomaar het gevoel dat er iets over het hoofd wordt gezien…