Dagen tellen


‘Wij vliegen daarheen.’ 

Psalm 90 : 10b

Tegenover de tientallen Psalmen die op naam staan van de grote koning-dichter David, staat er slechts één op naam van Mozes, de man Gods. We weten dat hij samen met Mirjam een overwinningslied gezongen heeft nadat hij het volk droogvoets door de Schelfzee had geleid. Nu, waarschijnlijk op zeer hoge leeftijd gekomen, horen we hem nog eens zingen. Aan alles merken we dat de jeugdige helderheid en levenskracht hebben plaatsgemaakt voor bezonnenheid en wijsheid.

Levenslessen

Een van de levenslessen die hij ons op de lippen legt, is dat het een goede zaak is om onze dagen te tellen. Dus: laat je levensdagen niet achteloos aan je voorbijtrekken, maar tel ze alle, en tel ze één voor één!

Het is opvallend dat er in de Bijbel doorgaans niet in jaren wordt gerekend, maar in dagen. In die zin heeft het leven-bij-de-dag goede Bijbelse gronden, en hebben we ook ter harte te nemen wat Christus heeft gezegd: ‘Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.’ (Mattheüs 6:34).

Getelde dagen

In een meditatie over Psalm 90 schrijft dominee F. Bakker: ‘De jaren gaan zo snel, dat Mozes van dagen in plaats van jaren spreekt. Die lange jaren, zij lijken lang, als je er voor staat. Het zijn echter maar dagen, als je er achter staat. Zeventig of tachtig of negentig jaar. Och, wat is het! Vergeleken bij de eeuwigheid nog geen druppel van de oceaan.’

Het totaal van het aantal dagen van een mensenleven wordt in een andere Psalm vergeleken met de dagen van een bloem op het veld: ‘De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer.’ (Psalm 103:15-16). En Psalm 39 heeft het over de breedte van een hand: ‘Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld.’ Meer is het niet. Zo ziet de psalmist terug op zijn lange leven en hij zegt: wij vliegen daarheen, als een nietig pluisje in de wind.

Wij vliegen daarheen. Waarheen? We weten waar we vandaan komen. In Adam en Eva hebben we de poorten van het Paradijs achter ons dichtgetrokken. Het Leven ligt achter ons, en als er tussen wieg en graf geen wonder gebeurt, ligt de dood voor ons. Als dan onze levensdraad wordt afgesneden, is het kwijt. Eeuwig kwijt.

Maar – en dat is het wonder: wie in Christus is, die is een nieuw schepsel. Of, om in het beeld van onze tekst te blijven: in het leven van een veranderd mens is er een andere wind gaan waaien. Niet de koude noordenwind die van God áfdrijft, maar een zachte zuidenwind die naar Hem toedrijft.

Laat Gods winden dan maar waaien! Want voor hen geldt: als hun levensdraad wordt afgesneden, dan vliegen ze heen. Hij zal er zorg voor dragen dat ze Hem alle in de schoot dwarrelen.

Een boek dicht en een boek open

Over een paar dagen zijn de 365 dagen van het jaar vol. Dan gaat het boek van 2021 dicht. Definitief. Het was wat het was, en het is wat het is. In het boek des levens dat voor Gods aangezicht is, wordt niet geschoven, er wordt niet in geknipt en geplakt, de zwarte bladzijden worden er niet uitgescheurd…

Maar de bladzijden van 2022 zijn nog onbeschreven.

Dus? Bedenk de dingen die het waard zijn om je kostbare aandacht, tijd en energie aan te wijden. Maak er haast mee. Zoekt den Heere terwijl Hij te vinden is, roept Hem aan terwijl Hij nabij is.

Want wij vliegen heen!

Ds. G. van Zanden