Hét Licht

Bijkans tot de enkels in de modder stappen we stevig door. Zo druk pratend dat de schoonheid van het herfstige bos ons nauwelijks opvalt. Een heel plaatselijk buitje druppelt op ons neer. De peuter in de wagen sluit vol vertrouwen haar ogen en slaapt lief door al het gemeak heen. 

Op de bank, onder de verlichte boom, warmen we onze handen rond een kop thee en bespreken de toestand in de wereld. En nee, daar wordt geen mens blij van. Duisternis alom. Gespreksmaot L. wijst me erop: júist in deze tijd, moeten we ons richten op hét Licht, dat het duister overwint. Iets om door te geven!         MvV.