Afbeelding
Foto:

Oktober, november, december

Het is de tijd van het jaar voor mooie muziek, goede verhalen en diepe gedachten.

Het droevigste lied dat ik ken is October van U2. Een piano in mineur en de stem van Bono, toen pas 21 jaar oud (!), die zingt over de vroege jaren tachtig, de tijd na de jaren van optimisme, de tijd waarin de mens de wonderen van techniek en uitvinding steeds beter wist te gebruiken voor vernietiging, afbraak en onderdrukking. Als het korte nummer begint, heeft de luisteraar net Tomorrow te verwerken gekregen, een hartverscheurend lied over de dood van Bono’s moeder.


Over de maand november schreef Willem Elsschot in Het Dwaallicht. Met één trefzekere zin zet hij daarin de toon voor een avondvullende zoektocht naar een mysterieuze Maria in Antwerpen: ‘Een ellendige novemberavond, met een motregen die de dappersten van de straat veegt.’ Zeg maar het weer dat we de afgelopen weken te verduren kregen.

En de maand november bracht ons ook nog het gelijknamige gedicht van J.C. Bloem, de ooit zo grote dichter die nu al heel lang begraven ligt in het nietige Paasloo, ergens in de stille klei achter Kuinre. Over de elfde maand schreef hij verzen die zo somber klinken dat ze voor een opgewekte ziel in de zomer als pure parodie voelen.

En in de kamer waar gelaten / Het daaglijks leven wordt verricht, / schijnt uit de troosteloze straten / Een ongekleurd namiddaglicht.


In december moet ik altijd even schakelen. Plotseling komt de lolligheid en rijmelarij door de schoorsteen vallen en voor je het weet knallen de kerstliedjes door de speakers. In de auto zette ik deze week de radio een tandje harder bij Last Christmas van Wham!. En toen dacht ik dus: wat is er met mij aan de hand?! Want normaal gesproken gaat ie op een andere zender bij het gekweel van dit duo en nu zat ik mee te blèren. 

Ik vermoed dat het de eindeloze coronawinter is, die voor mijn gevoel een jaar of vijf geleden begon en geduldig aan mijn verkleumde tenen knaagt. Ja, we zijn vorige week toch weer op de kerstmarkt in Oberhausen geweest, maar dankzij een beslagen bril boven mijn FFP2-masker heb ik daarvan de helft gemist. En ja, eind oktober was ik erbij toen Schalke in het eerste uitverkochte stadion sinds corona zegevierde over Dresden. Maar dat 'sinds corona' moet ook alweer met een korrel zout genomen worden. De komende wedstrijd is het stadion grotendeels leeg. Een avondje uit eten heeft weer 

iets te maken met afhalen en opwarmen.

Het is stug toeleven naar vrijdagavond 24 

december, kwart over zeven. Dan zendt 

BBC 2 Carols from King's uit. Voor mij een moment om los te komen van alles wat me beklemt. Ook al is het huis om me heen dan meestal gevuld met gezinsleden die het geen enkel probleem vinden om door de prachtige gezangen heen te tetteren en die mij meewarig aankijken en vragen of ik dat nu echt leuk vind.

Leuk is niet het woord. Ik vind het nodig.

Jelle Bakker