'Komt, laten wij opgaan naar de berg des HEEREN….'

Micha 4 : 2


Wat moet een getrouwe profeet als Micha zeggen tegen het verbondsvolk dat zijn God vergeten is en niet door heeft dat Zijn oordelen onafwendbaar zijn geworden? Micha 3 eindigt met het gruis van Sion. Jeruzalem wordt tot een puinhoop gemaakt. 


Het valt niet mee om te geloven dat dit ook op onze situatie van de kerken in Nederland en op Urk van toepassing zou zijn. Wat een verval; verwarring en verstarring. Maar wie buigt er nu echt onder Gods oordeel? Wie verootmoedigt zich persoonlijk? Wie treurt er over het gruis van Sion, de verdeeldheid van de kerk van de Reformatie?

Alleen voor wie met zichzelf in het donker kwam te zitten, kan de adventsboodschap waarde hebben. Ziet u ook uit naar het herstel van Gods kerk, een herleving van geestelijk leven, het overbruggen van verdeelde kerken? Micha de oordeelsprofeet mag adventsprofeet worden. 

Het valt met het volk niet mee, maar God Die rijk is in barmhartigheid heeft door Zijn grote liefde een plan van verlossing dat Hij niet laat stuklopen. Daarom komt eens in Bethlehem Efratha (Micha 5,1) die kribbe te staan. Daar wordt de Vredevorst geboren (Micha 5,4). En van Zijn heerlijk Koninkrijk krijgen we de contouren al te zien (Micha 4,1-4). Daar gaat een aantrekkingskracht van uit als van een magneet. 

Het brengt zondaren in beweging uit alle volken. De toekomstige heerlijkheid van de kerk, het nieuwe Jeruzalem krijgt gestalte en daar is plaats voor Jood èn heiden die in Christus zijn heil en hoogst geluk ging beschouwen. 

Bent u er ook al bij? Ben jij al in beweging gekomen? Komt, laten wij hier naartoe gaan. Naar Hem. Hier wordt Zijn heil verkregen en het leven tot in eeuwigheid. Kom, blijf niet zitten waar je zit, vastgeroest in je eigen leefpatronen en godsdienstige redeneringen. Kom in beweging. 

Er gaat een adventswoord in vervulling: komt laten we erheen gaan en zien het woord dat er geschied is, zo zeiden de herders tegen elkaar (Luk. 2, 15). En wie zich bij die onaanzienlijke herders voegt en met hen meegaat, die zal het Kind vinden. 

Komt, laten wij aanbidden.


Ds. H. Korving