[Er komt] een nieuwe lente en een nieuw geluid, ik wil […]


Nieuwjaarswens 2022 

Dat jij driemaal op je zakken slaat, mij vast om een vuurtje vraagt, 

dan plots is je rooklust weg. Stoppen in het nieuwe jaar, meer nog 

laat je achter. Daar, waar weinig mocht. Jaar, waar zoveel achterdocht 

twijfel, haat en huiver was. Mensen die eerst samenleefden, 

later van elkaar vervreemdden. Daar sluit je nu het boek. Ik mijmer: 

‘soms is men voor gedichten bang, want wat bedoeld wordt staat niet vast’. 

‘Ik ben voor de mensen bang’, zeg jij, ‘want A of B, het maakt niet uit, 

de ander heeft zo’n hard stemgeluid, je komt niet boven woede uit’. 

De bakker blijft zijn broden bakken en de visserman zijn netten vullen. 

Het kleine Kerkje aan de Zee blijft eeuwenlang zijn klok nog luiden. 

Bracht voorgeslacht de dagen door, als ritme in een mal gegoten. 

Tussen klok en klepel zitten woorden, als de afterbeat van reggae: 

‘bim-bam, houd-moed, ga-door, kom-dan’ dit jaar met meer mooie woorden, 

doe wat schreeuwt in schrift teniet. Leuster: aan de kade klinkt een lied, 

dat, zacht gefloten door een zeeman, de zon laat zakken in het meer en 

misschien zit in ‘t diepst van taal de code om het tij te keren. 

Bas Visscher, Stadsdichter Urk