Afbeelding
Foto:

Brief aan MP

Mark Rutte was nog niet koud het bordes af, of hij had al een brief van de gemeente Urk in zijn postvakje. Ik vermoed dat die brief nou niet direct bovenaan zijn prioriteitenlijstje staat, maar daar was deze ook niet voor bedoeld. De brief is vooral een signaal van B&W en raad — unaniem — náár de Urker bevolking, om in het ingewikkelde spel van de letter en de geest van beleid en regels te laten zien waar ze staan, en voor wie ze staan. 

Toch had ik als burger een paar opmerkingen over de brief. Ten eerste de timing. De lockdown begon de week voor kerst en de dag ná de brief was er een nieuwe persconferentie. Dus waarom werd die brief niet eerder gestuurd, het mist nu de urgentie. Of anders: waarom dan niet nog één dagje wachten totdat de nieuwe maatregelen bekend werden. Nu zit het precies tussen beide momenten in en valt daarmee tussen wal en schip. 

De timing was daarnaast bijzonder omdat die maandag nog bericht werd dat de gemeente juist strenger ging handhaven, terwijl de strekking van de brief zoveel is als: het is niet te handhaven voor de gemeente Urk. Ik weet niet hoe ik deze tegenstrijdige signalen moet plaatsen.

Ten tweede de inhoud. Deze zin sprong van het papier: “De keuzevrijheid van het individu moet altijd gerespecteerd worden”. Ik moest dit twee keer lezen. Zei de gemeente Urk dit?! Ik kan namelijk genoeg voorbeelden opnoemen waarin de gemeente diametraal tegenover dit punt staat. Maar dat doe ik niet. Waarom? Omdat ik denk dat de gemeente dat ook niet écht vindt, alleen het komt nu eventjes handig uit. Riskant! Want deze ga je als gemeente natuurlijk terugkrijgen.

Overigens ben ik het niet eens met die zin. Eén van de grote problemen in onze hyper geïndividualiseerde samenleving is juist dat mensen niet meer weten wat hun rechten en plichten zijn ten opzichte van de gemeenschap waar ze onderdeel van zijn. Dat is ondergeschikt, het gaat tegenwoordig altijd alleen over het IK. En zo’n zinnetje draagt daaraan bij en strookt niet met waar Urk voor staat. 

Maar het derde punt is het meest pijnlijk. Een ontbrekend alternatief. In het bedrijfsleven herken je een goede leverancier — wanneer die niet kan leveren — doordat die proactief vertelt wat wél kan. 

In de brief miste ik echter een proactief voorstel dat creatief met dat spel van letter en geest omgaat, en door alternatieven te schetsen een opening biedt naar een dialoog. De brief heeft daardoor nu vooral een klagerige toon (“Wij zijn hier op tegen”). 

En ook voor mij als burger is het niet duidelijk wat de gemeente dan wél wil? Of willen ze 

helemaal geen regels meer volgen? Zo zou 

je het ook kunnen lezen. Hoe dan ook, 

door het niet te benoemen creëer je ruis 

en dat is niet handig. Maar wat er ook 

bedoeld wordt, ik neem aan dat de ge-

meente zich realiseert dat ze niet alleen 

een verantwoordelijkheid heeft naar 

onze ondernemers maar naar heel Urk.

Jan van den Berg