Topkwaliteit uit Urk

Al heel lang sta ik als enthousiast consument aan het eind van de lange visketen. Een heerlijk visje. Maar wat gaat daar eigenlijk allemaal aan vooraf? Ik wil er zoveel mogelijk van weten. Eerst over het leven van de vissen in de zee. Daar lees ik over in boeken en kranten. En dan is er de visserman. Al lang geleden ben ik een weekje mee geweest. Nou ja, een weekje? Vanwege pech liepen we op woensdag alweer de haven binnen. Dan is er de afslag en de visverwerking. Daar heb ik vorig jaar een dag in meegedraaid. Er ligt ook al heel lang een afspraak met een vrachtwagenchauffeur, want de vis moet natuurlijk wel gedistribueerd worden. Ten slotte is er de detailhandel, zij brengt de vis aan de man. In supermarkten bijvoorbeeld. Maar viswinkels spreken natuurlijk meer aan. Daar had ik ook een afspraak en dat gaat nu gebeuren.


Ik ben op weg naar Harlingen om een middagje mee te helpen in Het Urker Vishuis. Om tien uur vertrek ik. De zaak gaat om twaalf uur open. ‘Kom op tijd', stelt de eigenaar voor, dan kunnen we eerst nog een bakje koffie drinken’. Als ik Urk verlaat draait er aan het eind van het industrieterrein net voor me een visbakwagen de rotonde op. Vishandel Zuiderzee lees ik. De wagen is prachtig gedecoreerd met allemaal kleurige zeetaferelen. Wat een mooie, compacte mobiele viszaakjes zijn dat. Alles in één. Koelen, verwerken en bakken. Hoeveel van die wagens trekken er eigenlijk elke dag het land in? Urkers hebben wel een sterke drang om die arme mensen op de wal mee te laten genieten. Naast die visbakwagens heb je natuurlijk ook nog al die Urker viswinkels op de wal.


Vandaag ben ik dus bij zo'n Urker familie in de verstrooiing. Jacob en Aline Visser. Wat een prachtige locatie hebben ze daar in Harlingen. Wat een prachtige stad vol historie. Urk is een sterk merk, zeker in combinatie met vis. De zaak heeft een winkelgedeelte en een restaurantgedeelte. In de zomer is er ook nog een ruim terras. Binnen is op een lange wand een behangschilderij van Josef Israëls aangebracht. Kinderen der zee heet het. Een schilderij om bij weg te dromen. Je ziet vier armoedig geklede kinderen. De oudste, een jongen, draagt zijn kleine zusje op zijn rug, de andere twee meisje staan bij hem. Ze spelen met een klein houten bootje. Je ziet de oneindige zee en daarboven een weidse lucht. Ik doe vandaag twee soorten ervaringen op. In de eerste plaats leer ik iets over wat er in een viswinkel omgaat. Ik maak mijn eerste haring schoon. Maar ik leer ook iets over de pijn vanwege corona. Het restaurantgedeelte is gesloten. Daar loop je de hele dag tegenaan. De kibbeling moet buiten genuttigd worden. Als een ouder echtpaar zich meldt voor koffie, laat Jacob ze toch maar gewoon binnen zitten. De grens tussen klanten en gasten blijkt dun. Kwaliteit, vriendelijkheid en gastvrijheid, daar gaat het om. Als ik ‘s avonds vanaf de A6 de Domineesweg oprijd, draait net voor mij opnieuw een visbakwagen de rotonde op. Ik lees: Flex Vis. Topkwaliteit uit Urk.

.