Afbeelding
Foto:

Winter Efteling

De eerste achtbaan zorgt al direct voor het eerste probleem. Je moet 1.30 meter zijn voor De Baron en onze jongste meet ‘slechts’ 1.23 meter. Geen onbehoorlijke lengte voor iemand van vijf. En ik kan wel gaan uitleggen dat hij later waarschijnlijk best lang zal worden — sowieso langer dan de mensen die hem nu de toegang tot De Baron ontzeggen en hem ringen met een blauw polsbandje — maar daarmee overtuig ik hem nu niet.

Misschien wordt hij zelfs zo lang dat hij niet eens meer in De Baron mag. Of durft. Uit angst onthoofd te worden of zijn onderbenen onderweg ergens kwijt te raken. Precies de redenen waarom ik zelf niet rouwig ben dat ik er vandaag niet in hoef. Gelukkig. Ook mijn andere zoon deelt beslist niet het enthousiasme van zijn moeder en zus, die nog net niet naar de voorste rij sprinten.

De ‘mannen’ mogen dus op zoek naar een andere achtbaan. Door de aanblik van De Baron zit de schrik er bij de middelste echter al goed in, waardoor ik hem maar met moeite kan overtuigen van de Python. Nou is het argument ‘deze gaat ALLEEN maar twee keer over de kop’ natuurlijk niet heel sterk. Maar de jongste wil nu wel heel graag in een achtbaan en we gaan samen of niet. Na veel onderhandelen — en een bolletje van de bakker uit Urk — kalmeren de gemoederen. Er is een akkoord. Het wordt de Python.

Het miezert een beetje. En de werkelijkheid steekt wat grauw af bij de sprankelende websiteplaatjes van de Winter Efteling. Het park voelt legig aan. Begin februari, motregen, buiten de vakantieperiode, allemaal elementen die maar weinig mensen naar het park doen trekken. Het grote voordeel is dat er geen rijen zijn. Je kan overal direct doorlopen. Terwijl ik wachten vandaag eigenlijk niet zo erg vind. Alhoewel, voordat ik mezelf weer in zo’n gruwelkarretje vouw, kan ik me niet voorstellen dat mensen hier normaal twee uur staan te wachten voor twee minuten ‘plezier’. Maar het is toch zo. 

Uitgesteld genot is echt genot. Denk ik. In onze moderne wereld waarin alles direct en altijd voorhanden is, gaan mensen misschien wel naar drukke pretparken om iets te ervaren wat ze nergens anders meer krijgen. Namelijk oefenen in geduld.

Het zijn dit soort gedachtes die door mijn hoofd gaan als we twee keer de Python doen (dus vier keer over de kop, voor wie telt). Als je daar nog niet beroerd genoeg van wordt, kan ik de Villa Volta aanraden, voor het ultieme gevoel van desoriëntatie (en wie wil dat nou niet). Eet 

niet teveel voordat je instapt. Anders ligt 

het op de vloer. Of het plafond, wie zal het 

zeggen.

Zo eindigt het dagje uit voor ons 12,5-jarig 

huwelijksjubileum. De kinderen vonden 

het ‘de mooiste dag ooit’. En daarom vond 

ik dat ook. Wanneer gaan we weer? 

Misschien als we 25 jaar getrouwd mogen 

zijn. Misschien. Het is nog ver weg 

genoeg. En dan zijn ze sowieso 

lang genoeg.


Jan van den Berg