De uitrusting

 'Trek de wapenrusting van God aan' 

EfeziĆ«rs 6 : 11 


Ooit meldde David zich aan om met de reus Goliath te strijden. Hij had alleen geen harnas. Gelukkig kon hij de wapenrusting van koning Saul lenen. Maar toen David die aantrok, kon hij geen been verzetten. Het ging niet. David koos toen voor een andere methode. Slechts uitgerust met een slinger en wat stenen ging hij de vijand tegemoet. Zijn werkelijke kracht zat niet in die slinger, maar in zijn vertrouwen op God. David durfde de strijd aan, omdat hij ervan overtuigd was dat in deze strijd God aan zijn zijde stond. 

Davids geloof deed dienst als wapenrusting. Dat bedoelt Paulus als hij in een brief de mensen oproept de wapenrusting van God aan te trekken. De geestelijke Wapenrusting is niet een soort uniform. Je kunt het niet in een winkel kopen. Het is het geloof dat God voor ons strijdt. De overtuiging dat Hij ons beschermt en bewaart. Het is vertrouwen op Zijn Woord.

Als je niet gelooft, moet je je op een andere manier wapenen. De wereld reikt ons allerlei wapens aan. Noem maar op: papieren en diploma's, geld en goed. En heb je die niet, dan moet je het maar doen met wat minder nette wapens: kruiwagens, stevige ellebogen, een grote mond. En als dat ook niet helpt, grijpen sommigen naar leugens en laster. 

Trek de wapenrusting van God aan. Dat is een oproep om iets te doen. De wapenrusting valt niet vanuit de hemel zo maar om je schouders. Te koop is hij niet, wel te krijgen.


Gebed 

Here God, wat is het wonderlijk dat we zo op onze menselijke wapens vertrouwen. In het klein maar ook in het groot. En we weten dat we daarmee verliezen. Leer ons te vertrouwen op Uw Wapenrusting. Amen.