Henoch wandelde met God


En Henoch wandelde met God, nadat hij Methúsalah gewonnen had, driehonderd jaar; en hij gewon zonen en dochters.’

Genesis 5 : 22

Genesis 5 beschrijft de periode tussen de schepping en de zondvloed. Keer op keer lezen wij over mensen die sterven. Henoch zal niet sterven, de dood heeft toch niet het laatste woord. Is dat niet door al de eeuwen heen tot troost geweest dat de Heere in die donkere periode na de zondeval Zijn genade verheerlijkt?

Het woordje ‘nadat’ kan betekenen dat het eerder anders was met Henoch. Het is opvallend dat er in vers 21 staat: ‘En Henoch leefde’ en in vers 22: ‘En Henoch wandelde met God’. Er is iets veranderd. Waarschijnlijk is de geboorte van zijn zoon Methúsalah een keerpunt geweest. Daarmee is niet gezegd dat Henoch voor die tijd de Heere niet vreesde omdat hij onbekeerd was. Het is ook mogelijk dat Henoch de Heere wel vreesde, maar dat tegelijk zijn leven iets in zich had van traagheid, slordigheid en lauwheid. Mogelijk is dat in het leven van Henoch wel verdiept na de geboorte van zijn oudste zoon Methúsalah. Zulke ingrijpende gebeurtenissen in een mensenleven kan de Heere gebruiken, Hij kan er in meekomen. Want het wandelen met God begint bij God. 

. Hij maakte alles in zijn leven aan de Heere bekend. Ook alles wat in zijn hart leefde. Ook alle situaties van het leven, voorspoed, geluk, blijdschap. Ook tegenspoed, moeiten en zorgen. Alles waar hij tegenop zag, alles waarmee hij worstelde, alles wat hem benauwde en beangste. Ook wat hem verheugde en troostte. Verder zag Henoch nauwlettend toe op de zonde in zijn leven. Niet dat Henoch in eigen kracht de zonde kon weerstaan. Maar met David zal hij gevraagd hebben of de Heere hem bekend wilde maken als er zonden waren in zijn leven waarvan hij zich niet bewust was. Het zal toch niet zo zijn, Heere, dat het tussen U en mij in komt staan?

Henoch bleef met de Heere wandelen, 300 jaar. Er zijn mensen van wie je aanvankelijk zou denken dat zij met de Heere wandelen. Maar als de wandeltocht van het geestelijke leven leidt langs diepe en donkere dalen, willen zij niet meer met de Heere wandelen en slaan een andere weg in. Wij weten maar weinig over het leven van Henoch. Wel weten wij dat als de Heere met iemand wandelt de Heere een weg baant om de oude mens te laten sterven en de nieuwe mens te laten opstaan. Dat valt voor ons vlees niet mee. Toch wandelde Henoch met God, ook toen hij de weg niet begreep. God is getrouw, Hij kan Zichzelf niet verloochenen. 

Wandelt u met God? Als wij ons in Henoch verdiepen, vallen onze tegenwerpingen weg. Ook Henoch had het druk, er werden zonen en dochters in zijn gezin geboren. Ook Henoch stond volop in het leven van zijn dagen. De apostel Judas schrijft dat hij een profeet was. Ook de tijd waarin hij leefde was donker, de aarde werd vervuld met wrevel. Ook Henoch had zijn eigen hart er niet in mee. Wandelen met God is het werk van de Heilige Geest. De Heere werpt u niet terug op uzelf. De Heere zegt niet: Ga het nu maar eens proberen in de komende week. Nee, Hij reikt u de hand in Zijn Zoon Jezus Christus. Het initiatief tot dit wandelen gaat van Hem uit: ‘Geeft den HEERE de hand en komt tot Zijn heiligdom’ (2 Kronieken 30:8). 

Ds. P.J.T. van den Herik