Urk moet Urk blijven

Dinsdag begaf ik me voor het ‘Lokaal Vluchtelingenoverleg’ naar het gemeentehuis. We zien elkaar als verschillende hulpverleners in dat verband twee keer per jaar. Goeie momenten om bij te praten en af te stemmen. Veel vaker zitten we met z’n drieën van de Stichting ‘Ik was een vreemdeling’ aan de keukentafel bij Jacoline Bakker. Om de week komen we daar een paar uur bij elkaar om ons werk van de afgelopen weken door te spreken en natuurlijk om dingen voor te bereiden. We lopen al onze contacten langs en zoeken samen naar het heil voor de mensen die aan ons zijn toevertrouwd. Het kan over hele kleine dingen gaan, zoals afvalscheiding, maar ook over hele belangrijke dingen zoals aanwezig zijn bij een op handen zijnde bevalling. Niet onbelangrijk is het laatste deel van onze kleine bijeenkomst. We gaan nog een keer de lijst met namen langs, maar nu in gebed. Allemaal hebben we Gods hulp en nabijheid nodig; ook vluchtelingen hebben niet genoeg aan brood alleen.


Op het al genoemde Lokaal Vluchtelingenoverleg stuitten we op het probleem hoe we de vreemdelingen die in ons midden wonen, de statushouders, bij kleinere alledaagse dingen het beste kunnen ondersteunen. Welke organisatie zou dit moeten doen? Het leek mij meer iets voor de buren. Waar kun je tenslotte beter wonen dan op Urk? Een dorp waar nog een sterke gemeenschapszin heerst, een dorp waar mensen naar elkaar omzien, elkaar helpen. Een goede buur is inderdaad beter dan een verre vriend en veel beter dan een heel ver weg wonend familielid. Als dit soort dingen ter sprake komen, word ik altijd overspoeld door allerlei verschillende gevoelens. Eerst voel ik dankbaarheid; wat gebeuren er mooie dingen op Urk. Maar tegelijk denk ik: er kan nog veel meer. Er zit veel meer in onze rijke, warme gemeenschap. Het moet gedeeld worden. Op zulke momenten denk ik ook aan de veel gebezigde uitspraak: ‘Urk moet Urk blijven’. Het Urker DNA is toch samen te vatten in: ‘een sterke gemeenschapszin’ en ‘een sterk religieuze inslag’. Omzien naar mensen in nood. Bidden en helpen. ‘Urk moet Urk blijven’ zal toch alsjeblieft niet betekenen dat we hier vooral aan onszelf gaan denken, een soort sentimenteel egoïsme. We zijn hier toch gelovig? We laten ons toch inspireren door het Woord van God? ‘Als het goed is’, moet je er wel altijd bij zeggen.


Deze week was ik ook nog in een van de Urker kerken om een pleidooi te houden voor onze vreemdelingen. Het zou niet tegen de Bijbel zijn als de kerken in dit opzicht een wat actievere rol zouden vervullen. Maar ook hier is nog veel onbenut. Misschien moeten we er weer voor gaan bidden. Alles begint met gebed. Dat wereldwijde vluchtelingenprobleem is toch moeilijk over het hoofd te zien. En het vertaalt zich ook naar Urk. En dan moet er naast gebed ook gewerkt worden. Gewoon hard gewerkt. Dat kunnen we ook. Laat Urk alsjeblieft Urk blijven. Materialisme, eng nationalisme en egoïsme zijn elders voldoende in de aanbieding. Urk moet Urk blijven.

.