Huisvesting voor 'handjes', Port of Urk alleen

voor de elite en wat te doen met het haventerrein?!

Hein Coenen (Isoniq, bestuurslid BKU) leidde het onderwerp economie in en schetste daarbij een wat donker plaatje over de visserij die 'in de hoek zit waar de klappen vallen', de noodzaak van meer diversiteit en minder afhankelijkheid van Noordzeevis, een tekort aan 'handjes' en de roep om huisvesting voor arbeidsmigranten. Ook stelde hij concrete vragen want: het nieuwe bedrijfsterrein Port of Urk, is dat straks alleen voor de topbedrijven? En hoe zit het eigenlijk met de bestaande haven wanneer de buitendijkse haven is aangelegd? Onderwerpen genoeg om pittige discussies te verwachten. 


Bovenaan het lijstje stond het onderwerp huisvesting voor arbeidsmigranten en daarbij de vraag of er nu ingezet moet worden op een snelle tijdelijke oplossing of dat de partijen gaan voor permanente bouw in Port of Urk. Daarbij bleek de wens eensgezind: natuurlijk moet de gemeente faciliteren in ruimte voor huisvesting van arbeidsmigranten, maar waar? Ook werd gewezen op de verantwoordelijkheid van bedrijven die arbeidsmigranten in dienst hebben. Vanuit de zaal werd benadrukt dat het 'alle hens aan dek is', 'er moet snel geschakeld worden, want productielijnen liggen stil': ,,Het liefst zouden we én-én zien: nu direct mogelijkheden en straks een permanente oplossing.'' 

 

Elitelocatie?

Nathanaël Middelkoop vond dat stellingen 'best mogen prikkelen', maar noemde het tweede discussiepunt dat 'Port of Urk straks alleen een elitelocatie is vanwege de hoge vestigingseisen van de gemeente' ronduit 'steken'. Middelkoop: ,,We zijn in gesprek met de BKU om te komen tot de juiste maatstaven voor dat terrein. Dat ligt nog helemaal niet vast. Het lijkt nu net of we een onhaalbaar ideaal nastreven en dat is uitdrukkelijk niet zo.'' Jurie van den Berg benadrukte dat wet- en regelgeving omtrent vestiging juist zo laagdrempelig mogelijk zou moeten zijn en Gerco Limburg werd in verlegenheid gebracht op dit punt want: ,,Ik weet eigenlijk niet of ik het er mee eens of oneens ben.'' Joas van der Reest maakte van de gelegenheid gebruik om te ageren tegen het duurzame karakter van het nieuw aan te leggen bedrijfsterrein: ,,Waarom zouden we ons daarop moeten onderscheiden?'' en Hans Crebas maakte zich vooral zorgen over de 'discrepantie tussen het verhaal van de BKU en wethouder Middelkoop', waarop de SGP-voorman verzekerde dat 'de contacten met BKU goed zijn': ,,We doen niets zonder onze ondernemers erbij te betrekken.''


Als derde punt werd het haventerrein onder de loep genomen, want wat moet er gebeuren met de bestaande haven, wanneer de buitendijkse haven is aangelegd. Joas van der Reest noemde dat een 'puur hypothetische stelling want het gaat nog jaren duren voordat die haven er mogelijk ligt' en plaatste in het kader 'gemiste kansen' het ontbreken van een hotel en evenementmogelijkheden voor de jeugd. Dittie Hoekstra wilde met name 'levendigheid en bedrijvigheid op de bestaande haven blijven zien' voor de toerist en eigen inwoners, en Nathanaël Middelkoop legde de vinger bij de te waarborgen zondagsrust: ,,De toerist is op zondag van harte welkom in de kerk.'' Volgens Middelkoop verdient het haventerrein wel 'meer te zijn dan een parkeerterrein' en hij pleitte voor de aanleg van een wandelpromenade. Volgens Jan Koffeman komt de toerist 'niet voor een bloembak, maar voor cultuur en een bedrijvige haven, naar Urk' en Jurie van den Berg noemde het een perfecte locatie voor meer horecameters. Ook Hans Crebas benadrukte dat er meer mogelijkheden voor de jeugd moeten komen: ,,Eigenlijk zou je bij alles wat je doet eerst een jeugdeffectrapportage moeten maken.''