Afbeelding
Foto:

Voorpret


Half Nederland kan dan wel denken dat we op Urk een achtergebleven dorpje zijn dat moedig standhoudt tegen de moderne tijd; maar u en ik weten wel beter immers. Op Urk zijn we veel vooruitstrevender dan men zou kunnen vermoeden. Zo kennen we op Urk al jaaaaaaren het  fenomeen Granny Aupair, alleen noemen wij dat ‘bessien past op’. Granny Aupair is een internationaal bureau dat vrouwen boven de vijftig inzet als ‘the ideal childcare’. Wij zijn echter nog een stapje inclusiever, bij ons werkt bèbe ook gewoon mee binnen de oppasservice. Denk maar aan al die fietsrondjes over de haven met kleinzoon voorop, of de bezoekjes aan de lammetjes op de kinderboerderij.

Waar menig ‘vreemde’ klaagt over het hectische spitsuur rondom het avondeten met kleine kinderen, zorgen wij dat de kost rond het middaguur al achter de kiezen zit. Zodat je ’s avonds in alle rust het brood-, bad- en bedritueel kunt doorlopen. Ik zal nooit de blik vergeten van een zakenrelatie toen ik hem vertelde hoe huize Visser in de tropenjaren werk en gezin organiseerde. ,,Op woensdag eten we met zijn allen bij mijn zus, op donderdag zit de bups bij mij aan de kost en op vrijdag schuiven we bij mijn moeder aan. Je moet het wel een beetje praktisch zien te regelen’’, vertelde ik blijmoedig. Waarop hij verbijsterd uitriep: ,,Zitten jullie in een commune ofzo?’’ Overigens schuift mijn gezin nog steeds wekelijks aan bij moe en zus; ik hoop dat het ze niet opvalt dat ik inmiddels pubers heb... Nu verandert er natuurlijk ook weleens wat op Urk. Een bessien anno 2022 heet omi, heeft als hobby skiën in plaats van breien, werkt zelf de nodige uren in de zorg en is dus niet altijd meer paraat voor oppasdagen. 

Desalniettemin zijn bessien en bèbe nog steeds heel belangrijk in de levens van onze kinderen, voor ons niet meer dan normaal. Meer generaties onder één dak is de laatste jaren ook weer zo’n hype in Nederland, terwijl dat op Urk in de praktijk al jaren zo gaat, op het behouden van twee aparte adressen na. Grootouders beschikken over sleutels van de woningen van hun kinderen en vice versa. We zijn ‘eigen’ met elkaar, wat een zegen is dat ook. Nu wij weer volle bak bezig zijn met het plannen van de verbouwing van onze garage, zodat mijn ouders straks bij ons kunnen wonen, genieten we erg van de voorpret op de verhuizing van Piet & Anna Wakker. 

Zo stel ik mijn vader straks voor als de ‘groundskeeper’ van de Grindrug (denk type Hagrid, Harry Potter-fans weten wat ik bedoel), die al kuuperend alles in de smiezen houdt. Staat die papierbak al aan de weg, moet er geen glas weggebracht worden en is de oudste kleindochter eigenlijk al thuis? Dat soort vragen. Als ik hem wil plagen, spiegel ik hem voor dat ik mogelijkheden zie om ons huis in de zomervakantie te ruilen met de villa van een braaf Canadees gezinnetje met wortels in de Reformed Church. Dan gaat de familie Visser lekker goedkoop een paar weekjes Canada onveilig maken en kunnen de ahornsiroop-lovers hun lol op in ons stulpje op de Grindrug. Met mijn vader als inhouse conciërge natuurlijk, zodat ze altijd bij iemand terecht kunnen voor vragen als ‘in welke container moeten de aardappelschillen’ en ‘hoe laat begint de dienst in de Maranathakerk’. ,,Als je me dat aandoet, gaat je complete erfenis naar Israël’’, is dan zijn antwoord. Kortom, we kunnen niet wachten tot ze bij ons wonen.