Afbeelding
Foto:

De keuze is reuze

Er is geen band op Urk die ons zo treffend een spiegel kan voorhouden als Leuster. Ik beken, met het schaamrood op de kaken, dat ik op een paar nummers na maar weinig werk van de band had beluisterd. Het nummer De gemienteroad heb ik pas onlangs afgespeeld, en hoewel het nummer al uit 1997 stamt, kan ik je vertellen dat het vandaag de dag geschreven had kunnen worden. Een ander nummer, mijn persoonlijke favoriet, is 25 joar etrouwd. Een lied dat gaat over een Urker gezin, dat bij wijze van huwelijksjubileum uiteten gaat in een Chinees restaurant. Een ander soort restaurant, dat de laatste jaren steeds populairder wordt, is het al-you-can-eat-restaurant. Mocht Leuster ooit nog met nieuw werk komen, laat het 50-jarig jubileum dan in zo’n restaurant plaatsvinden.

Afgelopen zaterdag was ik in zo’n all-you-can-eat. Bij de entree werden we verwelkomd door vier knalrode beelden die, zo te zien, gastheren van Aziatische komaf moesten voorstellen. Op alle vier de gezichten was dezelfde glimlach te zien. We rekenden af voor zes personen, zochten een tafeltje en we hadden de jassen nog niet uit of iedereen haastte zich al naar de wok. Je moet begrijpen, het concept van zo’n restaurant is dat je een relatief laag bedrag betaalt en voor een bepaalde tijd onbeperkt kunt eten. Dus dan moet je eruit halen wat erin zit. En de keuze is reuze.


De calvinist in mij had al een strategie uitgestippeld: soep vooraf, klein voorgerecht, hoofdgerecht en ten slotte een toetje. Rustig aan, niet te gek doen. Bij de wok greep ik wat kipfilet en groenten uit een bak en sloot ik aan in de rij. Ik keek wat rond bij het buffet. Er begonnen steeds meer kale plekken te ontstaan en ik zag steeds meer mensen met een leeg bord rondlopen. Allemaal hadden ze een lege plek op het buffet uitgezocht en ze hielden hun ogen gericht op de plek waar een vers gerecht zou worden aangevuld. Dit waren doorgewinterde all-you-can-eaters, dat zag je meteen. Mensen die er niet voor terug zouden deinzen om te duwen of te dringen voor hun buit. Met deze lui viel niet te spotten.

Hoe goedbedoeld mijn voornemen was, op een gegeven moment liet ik alle aangeleerd gedrag bij een restaurantbezoek los en gaf ik me over aan de omgeving. Op een bord schepte ik kipsaté, nasi, een stuk meloen met ham, een donker goedje met rund (?) en groenten. Gebakken banaan! Waarom niet? Halverwege het eten - we zaten na een uur pas voor het eerst compleet aan tafel - kwam het besef: ik had

toegegeven aan heb- en vraatzucht. Is dit nu 

wat all-you-can-eat-restaurants met 

mensen doet? Ik schoof het bord opzij 

en besloot dat het genoeg was geweest.
Bij het verlaten van het restaurant keek

ik nog eens naar de rode standbeelden. 

De rest van de avond bleef ik me afvragen: 

werden we nu toegelachen of uitgelachen?



Jan Maarten Zwaan