Gebed voor Oekraïne

Zodra duidelijk wordt dat we met een klein team naar de grens van Oekraïne willen afreizen, krijgen we allemaal warme reacties. En dat blijft niet bij woorden. Vier meisjes van een jaar of tien organiseren een verkoping, goed voor 500 euro! Ook van anderen krijgen we geld toegestopt. We kunnen het later heel goed gebruiken. Met z’n vijven vertrekken we in een kleine Volkswagenbus naar Polen. ‘Wat is nodig?’, die vraag hadden we gesteld aan een OM-team waar we ons bij gaan voegen. Baby- en kinderdraagzakken, daar was behoefte aan. Via een oproepje in Het Urkerland krijgen we er tientallen. Verder hebben we zakken paaseitjes bij ons, kleurboeken, kleurpotloden en bellenblazers. De laatsten waren beslist favoriet. We hebben ook Bijbels aan boord en overige Bijbelse lectuur. Als we op een dag vlak bij de grens voor een busje met wat oudere mensen staan, biedt Peter een van de vrouwen een zakje paaseitjes aan. ‘U kunt ook nog een Bijbel krijgen’ voegt hij er aan toe. Even later staan alle inzittenden bij ons busje, iedereen wil een of meer Bijbels hebben.

Naast het klussen waren er de gesprekken. Die waren altijd indrukwekkend. Gelukkig liepen we regelmatig mensen tegen het lijf die een beetje Engels spraken. Een dag werkten we in een kleine Evangelische kerk in een naburig stadje. Daar werden mensen opgevangen die geen verdere contacten hadden. Aan de eettafel begint een vrouw ons haar verhaal te vertellen. Ze vertelt aan een stuk door. Over de schuilkelders en over de vier dagen die ze gereisd hadden van het Oosten naar het Westen. Elke avond moesten ze onderdak zoeken. Dat ging niet altijd makkelijk. ‘Je hebt verschillende mensen. Sommigen zetten hun hart en deur wijd open, anderen beroven je’. Als ze vertelt over de ontberingen die de kinderen moesten lijden begint ze te huilen. Het blijkt in elk gesprek dat we voeren het meest pijnlijke onderwerp.


Netwerken en contacten zijn in crisistijden van levensbelang. Vanuit Urk hadden we een telefoonnummer gekregen van een baptistenpastor. Het blijkt een schot in de roos. Pastor Nicolai woont met en groep van 51 vluchtelingen in een hotel aan de rand van Lublin, een stad twee uur rijden van ons verblijf. We worden uitgenodigd om naar hun verblijf te komen. Verschillende van zijn zoons reizen twee maal per week naar Oekraïne om daar voedsel en andere benodigdheden te brengen. Daar willen we ons geld graag aan besteden. De andere dag gaan we samen uitgebreid shoppen. Waar ook dringend behoefte aan is zijn generatoren. Uit een andere hoek krijgen we hiervoor ook een noodoproep. We kopen er ten slotte vier. Ze gaan gebruikt worden in schuilkelders van kerken en van een bejaardenhuis. Natuurlijk krijgen we bij de familie van de pastor een maaltijd aangeboden. We blijven voor de dagelijkse avonddienst. Er wordt muziek gemaakt, het Woord gaat open en de kinderen zingen. Ze zingen het lied ‘Gebed voor Oekraïne.' ‘God, ik bid U voor Oekraïne. Vergeef ons volk, red ons volk. En toon ons Uw genade.' Heere, verhoor het kindergebed.