Afbeelding
Foto:

Puur natuur

In het RD van 29 januari kwam ik een artikel tegen met de kop: Plofberken uit Urk doen het goed in Gelderland. Dat maakte mij nieuwsgierig. In het artikel stond dat deze berken uit Urk kwamen en veel sneller groeiden dan andere. Berken zijn bomen met soms opgaande of hangende takken, in het voorjaar met lange, hangende katjes, lichtgroen blad en meestal witte bast. Deze soorten worden ook wel de 'vrouwen van het woud' of 'witte vrouwen met de groene sluier' genoemd. In Scandinavische landen vereert men bepaalde soorten als boom van het licht, de nieuwe lente. Bij voorkeur groeit de berk in moerassige streken, maar stelt weinig eisen aan de omgeving en komt in alle milieus en grondsoorten voor. In het hoge noorden of tegen de boomgrens houdt de berk zich niet meer overeind en kruipt dan als een struik over de grond. Daar is de dwergberk een van de laatste bomen die nog opgewassen is tegen de barre omstandigheden. Ook in de toendra krimpt ze tot het formaat van een kleine struik. De mannelijke bloeiwijze van berken heeft gele, hangende rupsvormige katjes, die al voor de winter aanwezig zijn. De staande vrouwelijke bloeiwijzen onderaan de mannelijke zijn met knopschubben omgeven. De wind verspreidt het stuifmeel. De vrucht is een klein dubbelgevleugeld nootje. In het Urkerbos is bij de aanplant in de jaren 50 een kweekplaats aangelegd voor de berk om zaad op te vangen en op de kwekerij van de Rijksdienst IJsselmeerpolders (RIJP) boompjes te kweken. Deze kweekplaats ligt nog steeds aan het pad in het bos bij de Westermeerdijk. Er bleken op de kwekerij bij Roggebot exemplaren tussen te zitten die wel 50 centimeter per jaar harder groeiden dan de rest. Deze berken werden Urkertjes genoemd. In Flevoland, behalve de NOP, zijn deze berken uitgeplant in de bossen die aangelegd zijn en op alle windsingels rond de boerderijen. Als je een berk ziet in Flevoland, dan heeft deze zijn roots in het Urkerbos. Ga je wandelen, bekijk dan de kweekplaats. Wat kan de natuur zo dichtbij toch prachtig zijn met zo'n bijzondere geschiedenis.


Jacob van Veldhuisen

j.vanveldhuisen@kpnmail.nl