Geschiedenis

‘Zijn er vragen?’ Onmiddellijk steekt een jongetje van een jaar of tien zijn vinger op. ‘Vechten jullie nog steeds met de Spanjaarden?’ Op zo’n vraag had ik niet gerekend. Ik was verbaasd dat hij wist van onze Tachtigjarige Oorlog. Maar ik was vooral verbaasd dat hij ervan afwist als Koreaanse basisschoolleerling. In 2001 waren we op bezoek bij onze dochter Anna, die toen op een Koreaans eiland gestationeerd was. Een Nederlander werd daar als heel interessant gezien. Op verschillende plekken moest ik over ons land vertellen. Ook op deze lagere school. Wat ik verteld heb weet ik niet meer. Als het al over oorlogen ging, dan zal het over de Tweede Wereldoorlog geweest zijn. Zeker niet over de Tachtigjarige Oorlog. Tijdens mijn eigen lagereschoolperiode was het nog wel een belangrijk onderwerp. Maar voor de generatie van nu is het toch wel heel ver weg. Ten onrechte. Het is een heel belangrijke strijd geweest. Ons land is toen ontstaan. Maar kom daar nu eens om bij tienjarigen.


Ik moest weer aan dit voorval denken toen ik las over de ophef die in Spanje is ontstaan door de toespraak van Zelensky voor ons parlement. Het was op 31 maart. Hij noemde de verovering van Den Briel door de Watergeuzen op de Spanjaarden. ‘Morgen gedenkt Nederland de 450e verjaardag van de opstand tegen de tirannie’. Dat werd in Spanje niet goed ontvangen. Hun koning een tiran? De Spanjaarden lijken wat minder goed in zelfreflectie dan bijvoorbeeld de Duitsers. Ze doen in Spanje weinig fout. Excuus aanbieden aan hun voormalige koloniën is ook nog lang niet in zicht.


Er zijn dingen die in onze tijd in de vergetelheid raken. Bijvoorbeeld ‘lezen' en ‘kennis van geschiedenis'. Dat levert niets positiefs op. Onlangs ontmoette ik een Roemeense predikant die zijn wortels heeft in Hongarije. Ook weer zo'n geschiedenis. Ik vertelde hem dat het me tijdens een reis door Hongarije opgevallen was dat de geschiedenis daar zo dichtbij is. De zeventiende eeuw lijkt daar helemaal geen vierhonderd jaar geleden. Bij ons is dat veel minder het geval. ‘Dat komt', zei hij ‘omdat ons bestaan altijd wordt bedreigd’. Wij leven hier in Nederland al ruim 75 jaar in vrijheid. Je kunt er niet dankbaar genoeg voor zijn. Maar toch, het maakt je ook lui. Je gaat vergeten dat vrijheid niet gratis verkregen is. Er is voor gestreden. De oorlog in Oekraïne is in dit opzicht een harde les voor ons. Als je in vrede leeft, kunt je niet op je lauweren gaan rusten. Altijd moet je waakzaam zijn. Altijd voorbereid. We hebben ons hier in slaap laten sussen. We dachten: dit gaat nooit meer gebeuren. Niemand had het verwacht. Ten onrechte. De wereld beweegt niet in de richting van ‘nooit meer oorlog’. We hebben ons gedragen als losbandige erfgenamen. Door onze vrijheid en weelde zijn we ongeschikt geworden voor het leven. We zijn alleen nog geschikt om te consumeren. Dat loopt niet goed af. We hadden het kunnen weten uit de geschiedenis.

.