Afbeelding
Foto:

Onderweg naar Santiago

Het is dinsdagochtend, vijf over half acht. Meindert Schreuder stapt bij het IBIS-hotel in het Belgische Dinant het wandelpad op dat langs de Maas loopt. De start van wandeldag 20, op weg naar het Spaanse Santiago de Compostella.


De eerste tien minuten is hij wat stil. Een stuk stiller in elk geval dan de avond ervoor, in de zon op het terras. Toen vertelde hij al uitgebreid over zijn beweegredenen om aan zo’n enorme wandeltocht te beginnen. Nu zijn het vooralsnog wat losse opmerkingen. ,,Even op gang komen."

Maar al snel komt hij weer los. Hij stopt voor een foto bij een rustiek steegje, wijst op de lichte mist die nog over het Maaswater hangt, stuurt een bericht naar de tientallen volgers in de appgroep ‘Meindert naar Santiago’ en houdt plotseling halt bij een muur waarop prachtige, kleine bloemetjes groeien. Mattheüs 6 vers 29 welt in hem op, over Salomo die in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als de leliën des velds. Als hij verder loopt, ligt het tempo al beduidend hoger dan zo-even.


Startpunt: Bernhardstraat

Op maandag 21 maart trok Meindert (61) de deur van zijn woning aan de Bernhardstraat achter zich dicht. Hij ging op weg naar Santiago, in noordwest-Spanje, op pakweg 2.200 kilometer afstand. De eerste rust was in een bushokje in Nagele, het eerste fotomoment op Schokland en de overnachting in Sint Jansklooster. Ook zo’n verhaal trouwens: ,,Ik kwam daar aan en de gastvrouw vraagt: ‘Ben jij de Meindert Schreuder die vroeger in Amersfoort woonde?’ Ik zeg: ‘Ja, dat klopt.’ Ze stelde zich voor en wat denk je: het was het meisje waarmee ik verkering had toen ik Aafke in 1980 leerde kennen. Ze lachte en zei: ‘Je hebt me gewoon gedumpt destijds!’”

De kennismaking met zijn vrouw was in Oostenrijk, tijdens een busvakantie voor jongeren van kerkelijke huize. Hij als nummer vijf uit een gezin van zes kinderen uit de Gereformeerde Gemeenten, Aafke Koffeman een christelijk-gereformeerde meid uit Urk. In 1983 trouwden ze. Samen kregen ze twee zoons en een dochter, drie schoonkinderen en inmiddels elf kleinkinderen. 


Postbode op Urk

Meindert kon via Aafke’s oom Jacob postbode worden op Urk. De eerste tijd woonden ze nog in Ens, vanaf 1985 op Urk. In de tien jaar dat hij de Urker post rondbracht werd de kiem gelegd voor de tocht die hij nu onderneemt: ,,Ik genoot van het buiten zijn en wandelen en dat is altijd gebleven.”

Via zijn zwager Douwe kwam hij in 1994 op kantoor bij Sinke. Dertien jaar later sprong hij samen met collega Klaas Tol in het diepe. ,,We dachten na vijf jaar pas de eerste werknemer in dienst te moeten nemen, maar dat liep anders. Schol telt nu zes samenwerkende bv’s op het gebied van verzekeringen, makelaardij, hypotheken, inkomen, administratie en arbodienst. Er werken nu dertig mensen.”

Eind 2020 nam Meindert afscheid. Zijn zoon Albert en werknemer nummer 1, Arie van Urk, vormen nu samen met Klaas Tol de directie. ,,Ik ben een nieuw bedrijf begonnen, Wijs Weg, gespecialiseerd in nalatenschappen. Bedoeld om bezig te blijven, maar zeker niet fulltime. Daarnaast begonnen de voorbereidingen op de tocht naar Santiago.


Volg de app en de stickers

Na het strakke asfalt van Dinant belanden we op een slingerend pad tussen bomen en rotsblokken door, doorsneden met verraderlijke boomwortels. Maar de app zegt dat we nog steeds goed lopen en geregeld komen we blauwgele stickers tegen, met daarop de Sint Jacobsschelp. De soortgelijke schelp die aan de zijkant van zijn rugzak hangt, levert geregeld extra vriendelijk groetende voorbijgangers op. Pelgrims liggen er goed in. ,,In Limburg heb ik drie kwartier zitten praten met een man die ‘m ooit had gelopen. Hij vroeg of hij iets voor me kon betekenen en we hadden een goed gesprek, een écht gesprek.”

Echte gesprekken heb je met Meindert al snel. Over de vraag of hij zich pelgrim voelt bijvoorbeeld: ,,Ik ben wandelaar, geen pelgrim in de zin dat ik naar Santiago loop om de zegen van de Heilige Jacobus te krijgen of zoiets. En als ik straks in Vezelay, in Frankrijk ben, dan hoef ik daar geen zegen te ontvangen om daarna verder te lopen. Van zulke zaken blijf ik het liefst ver weg. Misschien is dat het reformatorische jongentje in mij, maar ik ben eerder een beetje bang voor de roomse wereld dan dat ik me ertoe aangetrokken voel. Aan de ene kant sluit ik niet uit dat ik op een zondag, mijn vaste rustdag, een keer een roomse kerk binnenloop. Aan de andere kant… de verering van heiligen, het aanbidden van Maria, dat voelt voor mij echt niet goed hoor.”


Een tik op je schouder

Tegelijkertijd is Meinderts tocht voluit spiritueel. ,,Een belangrijke reden om te gaan lopen, is dat ik voor mezelf een paar belangrijke vragen wil beantwoorden." Vlak voor vertrek kwam daar een onverwachte les bij. ,,Ik kreeg een brief dat uit het bevolkingsonderzoek naar darmkanker bleek dat verder onderzoek nodig was. Dan sta je even helemaal stil. Wat moest ik? De tocht uitstellen? Dat wilde ik in eerste instantie wel. Maar nee, dan zou ik me een week lang zenuwachtig zitten maken. Ik besloot gewoon te beginnen, om tussendoor dat onderzoek te laten doen. Kijk, zo’n brief is natuurlijk een tik op je schouder. God spreekt. Het is allemaal mooi en aardig met je plannen. Maar denk je ook nog aan Mij?”

Hij wijst honderd meter vooruit, waar het pad een flauwe bocht maakt. ,,We lopen hier nu heerlijk en ik voel me prima. Sterk en fit. Beter nog dan ik vooraf verwacht had. Maar het kan best zijn dat jij mij straks in de bocht moet reanimeren, omdat ik in elkaar ben gezakt. Het leven is zo betrekkelijk.”

Het darmonderzoek gaf reden tot opluchting. Wel moet hij ergens in de komende maanden zijn wandeltocht onderbreken voor een kleine ingreep.


De les van de zingende vogels

Lessen, noemt hij de ervaringen die zich al wandelend aan hem opdringen. Op weg naar Thorn bijvoorbeeld, het witte stadje in Limburg: ,,Het goot van de regen. Het water liep mijn schoenen uit en ik was zó chagrijnig. Maar toen viel me op dat de vogels gewoon doorzongen. en ik dacht: als die onder hun blad gewoon zingen, dan mag ik niet klagen. Even later liep ik Psalm 29 te zingen."

En dan zijn er nog de vragen waarvan hij vooraf had bedacht dat hij erover na wilde denken. ,,Vragen over het geloof bijvoorbeeld, al snap ik goed dat het niet zo werkt dat je antwoorden kunt verwachten omdat je wandelt. Andere vragen hebben te maken met de afgelopen vijftien jaar. We zijn met z'n tweeën met Schol gestart en dat werd een bijzondere tijd. Meer dan ooit tevoren heb ik gezien hoe belangrijk leiding is in je leven. De keren dat we chagrijnig waren omdat iets niet lukte, bleken achteraf juist vaak de momenten die we als zegen gingen zien. Tegelijk moet ik eerlijk zijn: het harde werken ging soms ten koste van mijn gezin." 

Er is nog iets: ,,Ik merkte dat als het goed ging, ik vaak de credits gaf aan iemand anders, terwijl ik de tegenslagen mezelf aanrekende. Mensen verwachten dat misschien niet zo van mij, maar een gebrek aan eigenwaarde zit er diep van binnen wel degelijk. Waar het vandaan komt? Als jochie had ik vreselijk last van eczeem en daar reageerden niet alleen andere kinderen maar ook volwassenen niet altijd even leuk op. Maar of dat dé reden is? Dat weet ik niet. In je leven gebeuren nu eenmaal dingen, positief of negatief. Je kan niet alles daarop afschuiven. Je moet door, aan de andere kant heeft het wel degelijk effect op je. En dan is er ook nog zoiets als sturing. Feit is wel: ik leer nu dat als ik een dag lekker gewandeld heb en mijn doel bereikt, dat ik daar trots op mag zijn."


Eenzame Pasen

Een andere les: leven zoals het komt: ,,Bij Schol hield ik altijd van een goede planning. Nu kijk ik van dag tot dag. Het is: eten, wandelen, eten, slapen, eten, wandelen, eten, slapen. Ik weet alleen heel globaal hoe ik de route wil lopen én dat ik rond Hemelvaartsdag en Pinksteren weer even op Urk ben. Maar wanneer ik aankom in Santiago? Geen idee. En ook de optie dat ik afhaak neem ik serieus. Eerlijk is eerlijk: afgelopen zondag, op Eerste Paasdag alleen in Namen, dat was best eenzaam. Maar ik weiger om dan ook maar op zondag te lopen."

De imposante baard, die zijn in de Schol-dagen zo gladde kin nu siert, was achteraf voor veel plaatsgenoten een voorbode van zijn bedevaart, maar over zulke bespiegelingen kan hij zelf gierende lol hebben: ,,De baard was een grapje. Ik zou me een week niet scheren en toen zei iemand dat het geen gezicht was. Toen besloot ik natuurlijk om nog even door te gaan. De kapper van de Pyramideweg geeft me inmiddels complimenten. Hij zegt dat ik een echte baard baard heb."

Het plezier is sowieso een belangrijke afwisseling van de ernst die hem onder het lopen zo kan bevatten. ,,Na elke etappe zak ik op een terras neer. Dat koude biertje smaakt dan zo heerlijk. En intussen zit ik om me heen te kijken en kan ik de grootste lol hebben om wat ik zie."

We passeren de grens met Frankrijk en lopen het stadje Givet binnen. Een aaneenschakeling van industrie, grauwe huizen en straten vol onkruid en zwerfvuil. Een anticlimax na een mooie tocht van netto vijf uur wandelen. ,,Ach, dit hoort er ook bij", haalt Meindert zijn schouders op. Een dag later stromen er alweer prachtige foto's binnen in de groepsapp. ,,Mooie dingen gezien onderweg. Lessen geleerd", schrijft hij erbij.

n Meindert houdt een groeiende groep belangstellenden via foto's en berichten op de hoogte van zijn belevenissen.
Afbeelding
n De Sint Jacobsschelp levert onderweg veel aanspraak op.
Afbeelding
n Vertrekpunt van etappe 20: het Belgische Dinant.
n Ruim twintig kilometer later passeert hij de Franse grens bij Givet.