Afbeelding
Foto:

Kraamvisite


'Moynan is gisteren bevallen', zegt mijn schoonzus Sepeli op het moment dat ik haar gedag zeg bij onze poort. Ze was met een aantal vrouwen uit haar boma op bezoek geweest bij ons. 'Moynan', zeg ik verbaasd. Moynan is de oudste dochter van Sepeli en het oudste kleinkind van de vader van Mathayo. We hebben haar al een jaar of twee niet meer gezien, omdat ze samen met haar nichtje een vrouw uit de familie van haar vader helpt die zelf geen kinderen heeft. Af en toe spreek ik haar aan de telefoon als haar moeder met haar belt, maar ik wist niet dat ze zwanger was. Nou is dat laatste niet zo gek in Tanzania, want zoiets vertel je nou eenmaal niet. Of het nu een geplande of een ongeplande zwangerschap is, vaak kom je er pas achter dat iemand zwanger is als ze al in hun laatste trimester zijn. Moynan is waarschijnlijk 14 of 15 jaar en nog niet getrouwd, iets wat veel Maasai-meisjes van haar leeftijd wel zijn.

In de dagen erna vraagt Sepeli aan iedereen die zij kent of ze haar willen helpen met een donatie zodat ze haar dochter en haar kleinkind kan bezoeken. In Tanzania is zoiets heel gebruikelijk en iedereen helpt dan mee. Als ze genoeg geld heeft verzameld, begint ze met het inkopen van spullen. Rijst, maïs, suiker, thee, trossen kookbananen, zeep, bodylotion, een krat soda, kleding; alles moet mee richting de boma waar haar dochter verblijft. Ze vraagt of ze de spullen zolang bij ons mag opslaan en dat is uiteraard geen probleem.

'We komen morgen om 3 uur ’s nachts om alles op te halen met de auto', zegt Sepeli als ze de laatste spullen brengt. Onze hele veranda staat vol en ik vraag lachend of ze van plan is een groot feest te geven. Ik beloof dat we onze telefoon aan zullen zetten, zodat ze ons wakker kan bellen. Een wekker zetten lijkt me iets teveel van het goede in Tanzania waar iedereen standaard te laat is. Uiteindelijk belt ze ons rond een uur of 4 en arriveert ze samen met een groep vrouwen (inclusief baby's) en haar man met een aantal mannen en een schaap (die uiteraard mee moet als cadeau). Alle spullen worden nog eens nagecheckt en alle vrouwen trekken dezelfde Maasai-shuka aan en doen al hun sieraden om. 

Het vervoer is nog in geen velden of wegen te bekennen en ik vraag me af of ze er allemaal in gaan passen samen met de spullen. We praten, lachen en zetten Maasai-muziek aan terwijl we wachten op de auto die pas anderhalf uur later arriveert. Terwijl het nog steeds donker is, wordt alles ingeladen en vervolgens proppen alle vrouwen en mannen zich in de auto. Als laatste klimt de vader van Moynan met het schaap in de auto voor we de achterdeuren dichtklappen. Het is inmiddels 6 uur als ze eindelijk vertrekken en het begint ook nog eens te regenen. In mijn hoofd zie ik voor me hoe de hele auto wordt uitgeladen, terwijl de vrouwen al zingend de nieuwe baby zullen verwelkomen. Zelfs de vader van Moynan, een brede Maasai-man die zeker twee meter lang is, is ontroerd als hij eindelijk zijn dochter weer ziet. Ondanks dat de baby misschien niet helemaal gepland was, wordt ze in alle liefde ontvangen door haar familie. Sepeli, die in onze school werkt, krijgt een aantal dagen vrij zodat ze bij haar dochter en kleindochter kan zijn en ik druk haar op het hart om ze over een aantal maanden naar huis te brengen. Een dag later bel ik haar op en kan ik met Moynan praten om haar zelf te feliciteren. Over een paar maanden kan ik hopelijk zelf op kraamvisite.