'k Heb U lief

Wonderlijke dodenherdenking dit jaar. Een herdenking met oorlog om de hoek. De Oekraïne-oorlog maakte de dodenherdenking werkelijker en angstiger. Oorlog is vernietiging, vechten en vluchten. Vluchtelingen hebben we in ons midden. Samen met hen dachten we aan onze doden. En samen met hen dachten we aan onze vrijheid die altijd weer zo broos blijkt te zijn. Het ging nu niet alleen over geschiedenis. Het ging ook over vandaag. Joodse mensen zijn met die gedachte al heel lang vertrouwd. Altijd zijn ze in gevaar. Tijdens de dodenherdenking denken we eerst aan hen. Op 4 mei hebben we ‘s middags in onze buurt weer een kleine bijeenkomst gehouden voor de woning van Wijk 8-30, daar liggen in de stoep drie struikelstenen met de namen van leden van de familie Kropveld. Omgekomen in Sobibor.


Door een vriend was ik uitgenodigd om ‘s avonds een bijdrage te leveren aan de dodenherdenking in Oene, een dorp binnen de gemeente Epe. Zwier, zo heet onze vriend, mocht daar de herdenking leiden. Hij is een man met veel contacten en veel visie. Aan een Duitse vriend had hij gevraagd om een gedicht voor te lezen. En die vraag had hij ook gesteld aan een Afghaanse vriend. ‘Weet jij niet iemand die een Oekraïens gedicht voor kan lezen?' vroeg hij mij. Ik dacht gelijk aan Olena. Ze lijdt elke dag onder de oorlog. Elke dag belt ze met haar familieleden om te weten te komen of ze nog leven. Ze wil hier heel graag iets doen. Ze kent een prachtig gedicht. Een gedicht dat nog niet zo lang geleden geschreven is. ‘Gebed voor Oekraïne'. Dat heeft ze voorgelezen. Het was heel bijzonder. We stonden daar in het wijdse land. Alles was stil, we vormden een grote boog voor het oorlogsmonument. Kinderen zaten op het asfalt. Vogels zongen hun lied. ‘Wilt heden nu treden voor God den Heere', speelde de brassband. Olena las het gebed. Al haar emoties kon ze erin kwijt. En wat een prachtige taal! Het klonk als muziek. Ik las de Nederlandse vertaling: ‘Heere, ik bid voor Oekraïne. Heere, ik bid voor zijn mensen. Vergeef ons volk. Red ons volk.'


Op 5 mei vierden we de vrijheid. Ook wat intenser. ‘De liefde tot zijn land is ieder aangeboren', dichtte Joost van den Vondel. Op Koningsdag zingen we uit volle borst: ‘k Heb u lief mijn Nederland'. En natuurlijk zijn we allemaal ‘groos op Urk'. Mooi allemaal, heel mooi. Maar die liefde moet wel binnen de perken gehouden worden. Voor je het weet verval je in een eng, gevaarlijk nationalisme. ‘k Heb u lief mijn Nederland' was in de oorlog een geliefd lied tijdens massabijeenkomsten van de NSB. De liefde voor het vaderland heeft de correctie van het Evangelie nodig. Eng was het een paar dagen geleden tijdens de herdenking op het Rode Plein. Na een haatdragende rede scandeerden de duizenden: ‘Rusland, Rusland'. Eng, net zo eng als ‘America First'. Jezus leert ons iets anders: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid'. Hem liefhebben boven alles.