'Geloof Mij, er komt een tijd dat u de Vader zult aanbidden.' (Joh. 4, 21)


Het gesprek met de Samaritaanse vrouw is in allerlei opzichten zeer leerzaam. Hoe pastoraal gaat Jezus met deze vrouw om. Hij spreekt haar aan op een manier die heel herkenbaar is in haar dagelijks leven: water putten. Hij spreekt haar aan op een manier die bloot legt hoe haar leven is: inmiddels was ze aan haar zesde man toe... Was ze een paar keer weduwe geworden en een paar keer gescheiden? In elk geval heeft ze maar niet meer voor nog een huwelijk gekozen. Wat een verdriet en wat een teleurstelling spreekt er uit.

Maar nu ontmoet ze deze Joodse Man bij de waterput van Jacob. En Hij blijkt alles van haar te weten. Haar dorst naar geluk en liefde is niet echt gelest. En zo komt Jezus van het onderwerp ‘water putten’ op de diepste vragen van het leven. Als je nu van het water des levens mag drinken, zul je nooit meer dorsten. Dat wil zeggen: voor eeuwig gelukkig, voldaan zijn, tevreden en vol van geluk. Zou je dat niet begeren? Ik weet niet waar u het zoekt, lezer, of waar jij mee bezig bent, jongere, om je leven inhoud te geven en zinvol te doen zijn? Er is van de kant van de wereld veel in de aanbieding en dat heeft zijn bekoring. Maar nu kruist Jezus je pad en dan gaat het over bekering.

Geloof Mij, vrouw, lezer, jongere. Geloof en bekering komen dus altijd tot uiting in je afwenden van het een en je gelovig toewenden naar het ander - nee naar De Ander.

Deze Andere is door God gezonden om Samaritaanse vrouwen op te zoeken en zalig te maken – Hij móest door Samaria gaan. Deze ontmoeting is geen toeval, is ook meer dan besturing. Het is verkiezing. Eeuwige liefde van de Vader zit erachter. En die vrouw komt erachter, door de ontmoeting met de Heere Jezus. Er komt een tijd... er is in haar leven al veel tijd voorbijgegaan. Verloren gegaan. Hoeveel tijd rest haar nog voor ze zelf voor eeuwig in wanhoop wegzinkt? Maar Jezus wekt hoop: Er komt een tijd...

De Heere Jezus doelt allereerst op het tijdperk dat is aangebroken met Jezus’ sterven, opstanding en hemelvaart. En na hemelvaart wordt het Pinksteren. De Geest gaat aan het werk om tot op de dag van vandaag zondaren te zoeken en zalig te maken. Als je het zo bekijkt, leven u en jij en ik vandaag in de best denkbare tijd. God heeft van Zijn kant alles gedaan wat nodig was om u zalig te maken. Christus heeft het werk volbracht, Zijn Hemelvaart is daar de bekroning van; de Geest is overvloedig uitgestort. Zien we die voorrechten wel?

Zo wordt het heel persoonlijk: ook in uw leven breekt een tijd aan dat u zich niet langer kunt laven aan de vuile wateren van de zonde en aan de wereldgelijkvormige invulling van je leven. Er komt een tijd dat je je gaat schamen over jezelf en het grote wonder gaat zien dat Jezus je aan je zonden ontdekt – om ze te vergeven. Dat de liefde van de Vader aan je hart wordt verklaard – zodat je Hem gaat aanbidden. Dat de Geest je Leidsman wordt – met het Woord. Heerlijke tijden! Het is de voorsmaak van het zalig hemelleven. Vader, Zoon en Heilige Geest: Drie-enig God, U zij al de eer!

Ds. H. Korving