Rozengeur en maneschijn

Wat is het heerlijk om te midden van de dreckige Elend van kerkelijke gebrokenheid ineens een stukje rozengeur en maneschijn te ervaren! Kerkelijke gebrokenheid die, in het jargon van ouders, ‘sporen trekt door het gezin’. Vertaald naar jongerentaal klinkt dat gewoon als: ‘Ik heb himmel niks met deze stomme rotkerk’, of: ‘Ik ben oprecht klaar met deze schijnheilige flut.’

Kwik was onlangs aanwezig in een belijdenisdienst in de grote stad. Omdat ik wist dat zij daar was, volgde ik die dienst ook, en naderhand hadden we er per sms een kleine nabespreking over. ‘Ik wil het ook!’, schreef Kwik, en mijn hart sprong op.


Kwek doet vandaag belijdenis, en daarom spoed ik mij deze zondag in de vroege ochtend zuidwaarts. Naast de eigen gemeente worden tweehonderd gasten verwacht, dus dat wordt passen en meten. Helaas vertrek ik later dan mijn planning was, waardoor het alsnog een stressrit wordt. Ik arriveer exact gelijk met Zus en Zwager en Kwek. Komt het door de stress van de rit? Komt het door de maandenlang opgebouwde te zware belasting op het werk? Komt het door de gedachten aan de combinatie ‘Geloof & Neefjes en Nichtjes’? In ieder geval ben ik al overstuur voor ik de kerk binnen ben, hoewel ik het aanvankelijk nog kan camoufleren. Gewoon niet praten, dat helpt al. In de kerk zelf gaat het mis. De zon glimlacht zo vriendelijk door de ramen. De schone, zachte muziek. Het bladeren door de gedrukte orde van dienst, het lezen van de Schriftlezing en van wat we gaan zingen, en vooral die ene, niet weg te duwen gedachte: o, als vader en moeder dit toch eens hadden kunnen meemaken… Het contrast tussen mijn emoties en de blijdschap van de feestelijke dienst is groot.

‘Kijk, daar’, wijst Zus, ‘ze zitten met z’n allen tegenover ons.’

O ja. Het complete gezin van Zusje en Zwager zit – zo’n dertig meter tegenover ons – aan de overkant op de voorste bank, met vrij uitzicht op wat er gaat gebeuren. Wij zitten op de derde rij. Op het laatste nippertje maken Jerom en Guus ook ons voltallig. Dank U, Heer. Zelfs de kerkenraadsbanken raken bezet, zodat de zwartepakkenstoet uiteenwaaiert naar open plekjes hier en daar.


Na de dienst tijgen we gezamenlijk richting Kweks ouderlijk huis.

‘Nou hebben we wel een probleem’, begint Zusje, ‘want ons hele spul dringt erop aan dat wij hiernaartoe gaan verhuizen. Ze willen allemaal dat wij hier lid worden, het was zo’n mooie dienst, zo’n mooie kerk, een preek voor jongeren, en het zingen ging zo fijn.’

‘Ja, wij hopen vurig dat zo’n dienst als deze ook sporen trekt in ons gezin’, vult Zwager aan.

Natuurlijk hoop ik dat met hem. Ergens vaag op een ondergeschikt niveau hoop ik tevens dat zij op enig moment terugkeren tot de kerk der vaderen, of dat nu in haar gefuseerde setting of in haar vermeende voortzetting is. Kwik is wat dat betreft al een ritselend blad.


‘Tante, vlak voor ons stonden mannen met trompetten!’, vertelt Floddertje.

‘Ja, en o tante, zag je dat, die ene jongen die voor jou zat, die zat onder het zingen zo helemaal —’, Babbel springt overeind en doet met overtuigende bewegingen het begeesterde dirigeren na van een jongen met het syndroom van Down.

‘Kon je de glas-in-loodramen zien vanaf jullie plek?’, vraagt Zus.

‘Ik zag een klein stukje, maar dat was een doodskop’, antwoordt Kwik, ‘dus ik dacht, bizar, is dit een kerk?’


Suske hangt stilletjes in een stoel, afzijdig. Hij is ziek. Maar hij vindt het wel ‘een hele goeie dominee voor jongeren’. Ik beaam dat, maar tegelijkertijd torpedeer ik zijn exegese van de tekst, omdat die gezien de context de plank misslaat, en op dit punt weet ik de kanttekening van de Statenvertaling aan mijn zijde. Een veilig gevoel, want die zijn opgesteld door godvrezende en zeer deskundige mensen. Kwak denkt dat het komt doordat ‘dominees graag willen dat een preek een afgerond geheel is met liefst een happy end. Zo van, het moet kloppen. Maar dat kan niet altijd!’


In de gezellige, positieve drukte zou je bijna vergeten waar het om draait. Jezus leeft en wij met Hem. (…) Zou Gods trouw ooit wank'len? Neen! Dit is onze troost alleen!