De natuur spreekt

Man, man, dit is echt genieten. Met de auto rijden we door het Drentse landschap. We komen door dorpjes waar we nog nooit van gehoord hebben. Ooit gehoord van ‘Witte Paarden’? Schilderachtig die dorpjes, maar de natuur is nog veel indrukwekkender. Dat er nog zoveel moois te zien is, zeggen we tegen elkaar. Ja, maar het is ook de mooiste tijd van het jaar. Alles groeit en bloeit en die eerste frisheid zit er nog net aan. We genieten met volle teugen. Zowel van de vergezichten als van de bermen. Al die bomen, al die bloemen. Een dichtregel van de grote natuurdichter Guido Gezelle dringt zich als vanzelf op. ‘Mij spreekt de blomme een tale, mij is het kruid beleefd, mij groet het altemale, dat God geschapen heeft!’.


We zijn op weg naar Johannes. Hij woont daar in een klein dorpje op een begeleidwonen-project. Rond die boerderij is het niet minder mooi. En zijn inpandig appartementje is een soort ‘Klein Urk’. Al op de voordeur hangt een hartvormig naambordje in strieptboatjenmotief. Binnen hangt het vol met visserij-attributen. Er is een grote kast nodig voor alle scheepsmodellen. Om een beetje in de sfeer te blijven, heeft hij een grote pan koolmoes voor ons klaargemaakt. Na het diner neemt Johannes ons mee naar een boerderij nog dieper de bossen in. Daar is zijn werkterrein. Ook hier val je om van de uitbundigheid van de natuur. En wat een mooi bedrijf. Groot genoeg, maar net niet zo groot dat er robots aan te pas moeten komen. Van alles wordt er vervaardigd: kaas, vla, ijs en nog veel meer. Er is een winkel en er zijn een paar heerlijke terrassen. Veel fietsers nemen op dit mooie plekje een ruime pauze.


Op Urk hoor je iets meer over ‘cultuur’ dan over ‘natuur’. De Urker cultuur wordt gekoesterd. De natuur iets minder. In cultuur zie je vooral de hand van de mens. In de natuur wordt Gods hand zichtbaar. Zonder natuur valt er niet te leven. Laten we er daarom heel zuinig op zijn. Waarom zouden we de laatste restjes van het paradijs ook nog even opruimen? Afgelopen zondag maakten we even kennis met onze aanstaande buren. Een verliefd stelletje. Altijd weer inspirerend om te zien. Houd vooral veel van elkaar. Natuurlijk knappen ze eerst hun huisje wat op. Schilderen, behangen en dat soort zaken. Gelukkig wordt het huis niet helemaal gestript. Het is al zo mooi. Maar die achterstraat... Jawel, een paar niet te stuiten grassprietjes zijn ergens aan de rand waar te nemen. De natuur laat zich niet helemaal bedwingen. Maar verder, alleen steen, platte steen. Zeg nu zelf, zoiets gaat toch moeilijk samen met romantiek? Om ze op het idee te brengen dat het ook anders kan, heb ik ze even uitgenodigd om een blik in ons tuintje te werpen. Behalve de ogen komen er ook andere zintuigen aan bod. Heerlijk ruiken de duizendschonen en de geur van de ligusterstruiken dringt zelfs door tot in de kamer. En als je goed luistert… Nee, het is geen sprake, het zijn ook geen woorden, maar toch…

.