n Wethouder Freek Brouwer sprak de vrijwilligers toe: 'Dankbaar dat onder de vrijwilligers nog steeds energie en enthousiasme is om door te gaan'.
n Wethouder Freek Brouwer sprak de vrijwilligers toe: 'Dankbaar dat onder de vrijwilligers nog steeds energie en enthousiasme is om door te gaan'. Foto:

Evaluatie met vrijwilligers van de hotelboot


Professionals: 'Zo goed als Urk het voor elkaar heeft, zo zien we het nergens'

De fase van ‘landen op Urker bodem’ is afgesloten voor de Oekraïense vluchtelingen aan boord van hotelboot de Rossini. Langzaam maar zeker dringt door wat er gebeurd is. Een nieuwe fase, ook voor de Urker vrijwilligers. Daarom hield Caritas Urk vorige week donderdagavond een tussenevaluatie met hen, in de Ichthushof. ,,Samen kijken naar: wat gaat goed, wat kan beter en hoe gaan we om met vragen en onzekerheden van vluchtelingen’’, zo verwelkomde Henria Romkes van Caritas Urk hen.


Wethouder Freek Brouwer opende de bijeenkomst met een dankwoord aan de vrijwilligers: ,,Jullie betrokkenheid en inzet is prijzenswaardig. Het is fantastisch dat op Urk zoveel activiteiten aangeboden kunnen worden, met dank aan al die gastheren en -vrouwen, maatjes, taalcoaches, tolken, huisartsen, badjuffen en -meesters. Werkelijk top! We merken met elkaar dat al die hulp in dankbaarheid ontvangen wordt. ‘People of Urk are really great’, horen we regelmatig. Inmiddels is ook de eerste baby geboren. Aan de ene kant schrijnend dat een jonge moeder niet in haar thuisland kan bevallen omdat daar zoveel gruwelijks gebeurt, maar anderzijds is ze gelukkig in goede handen.’’

Momenteel worden zo’n tweehonderd vluchtelingen aan boord van de Rossini geherbergd. De overgrote meerderheid bestaat uit vrouwen en kinderen. Inmiddels zijn ze gesetteld, maar dat is juist de fase waarin vragen als ‘wat staat ons te wachten?’, ‘waar zijn onze vrienden en familieleden?’ en ‘ons huis is verwoest, wat nu?’ naar boven komen. Dan is soms professionele hulp nodig. Lennard Schouten en Andrea Heldoorn van GGZ Centraal gaven daarom tips waarmee de vrijwilligers uit de voeten kunnen, en daarbij een pluim: ,,Zo goed als Urk het voor elkaar heeft, zo zien we het nergens. Om dat zo te houden is het goed om vooruit te blikken. De vluchtelingen tonen zich veerkrachtig, maar de kans op piekeren of doemdenken is zeker aanwezig: ‘wat is me overkomen’, ‘wat gebeurt er in mijn eigen land’, ‘welke uitwerking heeft dit alles op mijn kinderen?’ Je ziet dat ouders bezorgd zijn en soms overcompenseren door hun kinderen te verwennen, en bij pubers kan ongewoon of rebels gedrag ontstaan. Allemaal reacties op stress en zorgen. Het vraagt van vrijwilligers om signalen op te vangen, zodat wij onze professie kunnen inzetten.’’


Rode vlaggen

Zware onderwerpen zoals mensenhandel, uitbuiting en sekswerk behandelde zorgcoördinator Ellen van Klaveren. Ze wees de aanwezige vrijwilligers op zogenoemde ‘rode vlaggen'. ,,Denk daarbij aan werk waarbij de werkgever hoge vergoedingen vraagt voor onkosten, of dat het paspoort ingenomen wordt; denk aan aanbod van woonruimte als je werk accepteert, geheimzinnigheid over het contract en de werklocatie, het voeden van wantrouwen tegen autoriteiten, of te mooi gekleed naar het werk gaan en terugkomen met blauwe plekken of angst. Luister vooral ook naar je onderbuikgevoel.’’


Opdracht vanuit de overheid

Iedere gemeente in Nederland kreeg vanuit de overheid de opdracht om Oekraïense vluchtelingen op te vangen. Wethouder Freek Brouwer zei daarover: ,,Dat betekende dat we een complete organisatie moesten opzetten: opvang, zorg, onderwijs, welzijn. Er is ongelooflijk veel werk verzet. We weten tegelijkertijd ook dat zo’n situatie niet altijd kan duren. Hoe het verder zal gaan is nog niet duidelijk, daarvoor zullen we kaders krijgen vanuit landelijk beleid en de veiligheidsregio. Intussen zijn wij ontzettend dankbaar om te merken dat er onder de vrijwilligers nog steeds energie en enthousiasme is om door te gaan. Dank jullie wel!’’


Aansluitend gingen de vrijwilligers met elkaar in gesprek; verhalen delen, ervaringen uitwisselen en handvatten krijgen om het werk te kunnen voortzetten.