Afbeelding
Foto:

Klaas Jelle

Romkes

Geboren: 1 oktober 1975

Overleden: 15 november 2021

Klaas Jelle leefde in genadetijd. Dat zei hij zelf, nadat hij in december 2020 het vergaan van de UK 160 had overleefd, samen met zijn oudere broer Kees en de drie andere bemanningsleden. Maar de genadetijd was zoveel korter dan zijn vrouw, kinderen en al zijn geliefden gewild hadden. Nog geen jaar na de spannende gebeurtenissen voor de Franse kust overleed hij aan een genadeloze ziekte. 

Dat Klaas Jelle ging vissen was al heel vroeg een zekerheid. Hij kwam uit de familie van de UK 35, waarin zijn vader Jan de oudste was. Moeder Marretje, die naast Klaas Jelle nog twee zoons en drie dochters had, wist ook al niet beter dan dat in het ouderlijk huis aan de Rotholm de visserij een grote rol speelde. Na de lagere school bezocht Klaas Jelle de visserijschool en begon al snel een leven op zee.

Hij was toen al een echte visserman. Een typische Urker bovendien: joviaal, sociaal, hardwerkend en behulpzaam. Ook iemand die altijd zijn babbel klaar had en wel in was voor een geintje. Soms ondeugend, zoals zoveel andere jonge jongens. Eén meisje keek er recht doorheen. Ze zag een slimme, lieve jongen. Iemand die richting haar altijd netjes en betrouwbaar was. Een stoere buitenkant met een zacht hartje, zoals ze hem al snel typeerde.

Dat meisje was Albertine, een dochter van Ruurd en Co Pasterkamp-ten Napel. Ze was negen jaar jonger, maar dat leeftijdsverschil vormde al snel geen enkele belemmering meer. Na twee jaar verkering trouwden ze. Klaas Jelle had toen al een mooi nieuw huis op de Wilgenroos gekocht. Daar werd Ruben geboren en enkele jaren later Jeanine.

Klaas Jelle viste op verschillende kotters, onder andere op de Z 519 van zijn broer Kees. In de jaren waarin het zuinig was in de visserij, maakte hij de overstap naar de bagger. Bij Boskalis werd hij machinist op een schip en werkte hij vooral binnen Nederland. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om extra diploma's te behalen. Het bleef echter kriebelen, zodat hij na enkele jaren toch weer de overstap maakte naar de visserij. Hij werd machinist op de UK 160, waar hij opnieuw zijn broer Kees als collega kreeg.

De UK 160 verging in de week voor kerst 2020. In Het Kanaal maakte het schip plotseling slagzij, doordat water op het verwerkingsdek was gestroomd. De bemanning was gedwongen de flyshooter te verlaten. Klaas Jelle trok net als zijn collega's zijn overlevingspak aan en nadat alarm geslagen was, moest hij in zee springen. Enige tijd later werd hij gered, net als de rest van de crew.

De scheepsramp maakte diepe indruk op Klaas Jelle, tegelijkertijd werd hij gekweld door andere zorgen. Hij had al langere tijd last van allerlei vage klachten, zoals vermoeidheid en rugpijn. Onderzoeken hadden tot dat moment niets opgeleverd. Voor elke klacht kon wel een afzonderlijke verklaring worden gevonden, maar een totaalbeeld kwam er niet. De zorg was intussen overbelast door corona en een vervolgafspraak maken was lastig. Bloedonderzoek deed bovendien vermoeden dat er geen sprake kon zijn van kanker.

Toch was het wel degelijk kanker waardoor Klaas Jelle al lange tijd zichzelf niet was. Het zat in zijn endeldarm en zorgde voor veel pijn. Daarbij was hij chronisch moe en merkte Albertine steeds vaker dat hij gedrag begon te vertonen dat niet echt bij hem paste. Toen eindelijk duidelijk was wat hij mankeerde, kwam meteen de boodschap dat genezing niet meer mogelijk was. Klaas Jelle had er vrede mee, terwijl bij zoveel anderen nog het ongeloof en de ontzetting overheersten.

De steun die het gezin kreeg was overweldigend. Zoveel mensen leefden mee. Klaas Jelle drong er bij Albertine op aan dat iedereen bedankt moest worden voor hulp en ondersteuning. En dan was er dominee Capellen, nog maar net op Urk, die zo vaak even zijn gezicht liet zien. De laatste weken waren erg zwaar, maar Klaas Jelle wilde ook deze periode zo lang mogelijk bewust meemaken. Ook regelde hij zijn afscheid. Daarbij stond voorop dat er plek moest zijn voor Hallelujah, het koor waarvan hij jarenlang lid was en dat zoveel voor hem betekende. En zo gebeurde. Op de begraafplaats werd Gods lof bezongen met Psalm 8.


Hoe heerlijk is Uw naam