Emmeloord gooit de zondag overboord
Op het moment dat u deze krant openslaat en dit stukje leest, wordt er in het gemeentehuis in Emmeloord gestemd over de vraag of daar de winkels open mogen op zondag of niet. Een discussie die ook voorzichtig op Urk begint plaats te vinden. De ChristenUnie-SGP ziet dit liever niet gebeuren, en in een aantal kerken op Urk is afgelopen zondag voorbede gedaan voor een verstandige beslissing van de Noordoostpolderse gemeenteraad.
De gemeente Noordoostpolder heeft grootse plannen voor Emmeloord. Recentelijk is De Deel al op de schop gegaan, zodat het plein meer gezelligheid uit zou stralen, de koddige wederopbouwflatjes achter in de Lange Nering zijn al een tijdje terug tegen de vlakte gegaan en nieuwbouw van stedelijke allure komt ervoor in de plek. In de herhaalde pogingen om Emmeloord relevant, hip en stedelijk te maken, schuilt ook een zekere tragiek, die wel meer polderplaatsen is toegedaan. Door gebouwen uit de pionierstijd tegen de vlakte te gooien verdwijnt ook een stuk erfgoed en zal de stad nooit echt een ziel krijgen. De Golfslag, een echte polderparel wat mij betreft, is op het nippertje van de sloophamer gered.
Maar goed, de koopzondag dus, die past precies in die hippe stedelijke trend. Alleen vraag ik mij af welk publiek de gemeente daarmee wil trekken. Kijk naar het winkelpubliek in de Lange Nering en je ontdekt dat de winkelstraat het vooral van een Urker publiek moet hebben. Tijdens mijn opleiding in Emmeloord bestelden wij, Urker studenten, tussen de middag regelmatig iets hartigs in de vorm van een broodje bij de keurslager of een warme lunch bij de Lange Muur. Niet dat andere studenten dat nooit deden, maar de meeste bestellingen werden geplaatst met een Urker tongval. Het Chinees-Indisch restaurant heeft zoveel aanloop van de Bult, dat het zelfs Urker Bief in het menu heeft opgenomen. De keurslager, waar menig Urker student een broodje kippeling weghapte, zal binnenkort worden bestierd door een Urker ondernemer, zoals dat nu met een aantal kledingzaken al het geval is.
Ik vermoed dat in de voorbede ook een zekere angst schuilgaat dat voor veel Urkers de deur wordt opengezet om op zondagmiddag naar de winkelstraat te trekken. Nu mag die ontwikkeling al voorzichtig gaande zijn, toch denk ik dat het zo'n vaart niet zal lopen. De zondag is en blijft een rustdag en dat is zeker in deze tijd maar goed ook. Bovendien, moet Emmeloord het zelf wel willen? Zonder Urker winkelpubliek zal de koopzondag geen lang leven beschoren zijn, behalve op de laatste dag van het jaar
dan, maar goed, dat is dan ook geen ‘echte’ zondag.
Gemeente Noordoostpolder, laat
Emmeloord toch wat het is: een ietwat
slaperig en kneuterig polderstadje, maar
tenminste wel een polderstadje met een
zekere charme. Daar maakt de
zondagsrust deel van uit.
Jan Maarten Zwaan