Advent is volharden


'Wees daarom geduldig, broeders, tot de komst van de Heere. 

Zie, wij prijzen hen gelukzalig die volharden.'

Lees: Jacobus 5 : 7-11

 

We kennen Jacobus als een echte man van de praktijk. Zijn ervaringen met Zijn Heiland hebben hem de weg gewezen. Van die weg wil hij getuige zijn en zo mogen ook wij ons voordeel halen en zijn woorden metterdaad toepassen in het leven anno 2022.

Ook in het gedeelte wat u/jij net las, staan allerlei dingen, waar je makkelijk allerlei vrome gedachten kunt wijden: niet klagen, maar dragen; geduld is een schone zaak; ‘alles zal regkom’ want de eeuwige is vol ontferming en barmhartig.

Dan zou Jacobus alleen herhalen wat de wijzen van alle tijden ons hebben voorgehouden. Wat vrome dooddoeners om alles maar bij het oude te laten, weg te lopen voor verandering en met je boekje in een hoekje af te wachten. Dan krijg je een kruising van ‘stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw’ en ‘het zijn geen mensen die je het aandoen.

Juist ook in de donkere dagen voor kerst lopen we het gevaar de echte Adventverwachting in te wisselen voor dit soort vrome dooddoeners. Tegen dat soort vroomheid komt Jacobus in het geweer en als het goed is: wij met hem.

De opdracht van Zijn en onze Heiland is niet bij de pakken neerzitten, maar opstaan en tot Vader gaan. Niet in stilte afwachten, maar als de oosterse wijzen op pad te gaan om het ware licht te vinden. Waar Advent verdrinkt in de zoete klanken van de commercie, de vale sfeerverlichting en de nostalgische gevoelens van een ‘witte kerst’ - loopt de gemeente het gevaar alle kracht te verliezen. Waar het getuigenis van Jezus’ komst gericht blijft op het beeld, verliest het zout zijn kracht en verdwijnt Gods licht onder de korenmaat.

Jacobus schijft zijn brief om ons op het ware adventspoor te zetten. Geduld is een schone zaak als je er gebruik van maakt om de weg van de Heiland begaanbaar te maken. Geduld met een wereld verloren in schuld betekent geen berusting, niet meeheulen met het kwaad - het betekent getuigen. Zoals Jesaja de profeet het zegt: ‘bereidt de weg des Heeren’. Dat betekent hobbels afvlakken, kuilen opvullen en dat is een echte klus.

Gebruik de tijd dus goed. Gelukkig te prijzen (zalig) wie zo doende (waakzaam) is als de Heer komt (Lucas 12 : 35-40).

Het geduld waar we toe worden opgeroepen, is dus geen passieve houding, maar een actief verwachten. Het gaat samen met ‘volharding'. Dat is uithoudingsvermogen, de innerlijke kracht om vast te houden aan wat je gelooft en hoopt, aan waar je voor leven wilt, wat waardevol is en betekenisvol. Te weten diep van binnen, dat het licht het wint van de duisternis, het goede van het kwade.

Onze levenshouding moet niets te maken hebben met burgermansfatsoen of ‘poezelige christelijkheid’. Aan vrome praat en christendommigheid heeft kerk noch wereld iets. Het komt op getuigende daden aan. Niet voor niets gebruikt Jacobus het beeld van de landbouwer. Als hij te snel oogst, loopt alles mis. Hij is actief geduldig, kritisch op groei, alert op bederf.

Als komende zondag de eerste Adventskaars gaat branden, wordt ons gevraagd de moed te hebben om geduldig en volhardend getuige te zijn van Gods Licht dat het duister zal verlichten. Hij komt...

Ds. G. Oberink