Afbeelding

Ik ben Trea Metz-Kramer, 38 jaar en getrouwd met Johan Metz. Samen hebben wij vier kinderen: Abel (14), Jesper (13), Stijn (10), Aniek (7) en hond Bono.


Ik heb SPW gedaan, begeleider gehandicaptenzorg niveau 4. Na mijn opleiding ben ik bij Triade (gehandicaptenzorg) aan de slag gegaan, hier heb ik 16 jaar gewerkt.

Nu werk ik sinds twee jaar bij InteraktContour in Lelystad bij Het Rode Klif. InteraktContour is er voor mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH). Op Het Rode Klif wonen 47 cliënten zelfstandig, in hun eigen appartement. 

Sinds een jaar hebben we een aparte vleugel, intensieve zorg. Dit is voor mensen met NAH en meervoudige problematiek. Hier ben ik begeleider.

Maandag:

Vanavond moet ik werken vanaf 18.00 uur plus een slaapdienst. 's Middags schiet ik even op de bank. Om 15.00 uur word ik gebeld door een collega. Een cliënt is ontslagen uit het ziekenhuis en of ik die kan ophalen voor mijn dienst. Cliënt heeft zich niet netjes gedragen in het ziekenhuis, weigert alles en wil naar huis. Na overleg met de arts is dit akkoord en de medicatie gaat mee. Ik spreek af dat ik om 17.00 uur bij het ziekenhuis ben. Johan is thuis aan het werk, dus het is snel geregeld met de kinderen. 

Cliënt is heel blij dat hij naar huis mag en wacht op mij in de hal, zodat ik buiten overdracht van een collega kan krijgen. Om 18.30 uur zijn wij op locatie. Ik breng de cliënt naar zijn appartement en ga naar kantoor voor overdracht. Vervolgens pakken we onze route op. Ik heb een contactmoment bij een cliënt. We praten over de dag, doen ondertussen de was, ruimen op en maken de menulijst voor de komende week. Deze cliënt kookt en eet namelijk zelfstandig. Om 20.00 uur drinken we gezamenlijk koffie in de middenruimte. Iedereen kan hierbij aanschuiven. Soms wordt er een spelletje gedaan, maar vaak is het bijpraten met eenieder. Vanaf 20.30 uur is het spitsuur. Er wordt medicatie gegeven en er zijn mensen die willen douchen en naar bed gaan. Ik ben met één collega en samen verdelen we de taken. Ik begin met medicatie en contactmomenten. Om negen uur gaat er iemand onder de douche, bij wie ik een half uur later terugkom. Ondertussen check ik de cliënt die uit het ziekenhuis is. Het gaat goed. Ik geef hem medicatie en meet zijn bloedsuiker. Ik rapporteer gelijk. Daarna terug naar de persoon die klaar is met douchen. Cliënt doucht op een douchestoel en droogt zich af met een bodydryer, dat is een soort grote föhn. De persoon in kwestie kan wel staan, maar alleen overstappen, van stoel naar stoel. En zo kan cliënt toch zelfstandig douchen. Ik geef gelijk medicatie. Omdat de tijd sneller gaat dan verwacht bel ik een andere cliënt, die ook graag wil douchen, dat ik iets later ben. Vanwege epilepsie zijn wij in het appartement aanwezig. Na het douchen ondersteun ik bij het aankleden. Het is bijna kwart voor elf als ik klaar ben met de route en ik ga gelijk verder met rapporteren. Dat probeer ik na elke cliënt gelijk te doen, maar dat schiet er vaak bij in. Om 23.00 uur is de overdracht met collega’s van de andere kant. Daar werken in de avond drie collega’s. Daarna ga ik rustig mijn slaapdienst in. Uiteindelijk krijg ik maar één belletje. Dat is van een cliënt die denkt dat om 2.30 uur de dag begonnen is. Ik zeg hoe laat het is en gelukkig slaapt cliënt snel verder en belt niet meer.

Dinsdag:

Ik ben om 8 uur thuis. Als ik thuis kom kan Johan weg. Ik maak de kinderen klaar voor school. Na het ontbijt laat ik de hond uit en doe ik wat huishoudelijk werk. Om 12.00 uur ga ik koken. Na het eten even heerlijk op de bank, want ik slaap niet heel goed tijdens een slaapdienst. Om vier uur komen de kinderen thuis met wat vriendjes. Johan is laat thuis: file. Wij eten om 18.00 uur brood. Jesper is al naar voetbal en Abel gaat zo. 's Avonds kijken we een film en liggen op tijd in bed.

Woensdag:

Een rustige dag, want ik ben vrij. Ik blijf voornamelijk thuis en maak er een sopdagje van.

Donderdag:

Vandaag hebben we vergadering. Ik ben om 13.00 uur op het werk. De kinderen zijn op school en blijven over. Er komt een zus van een cliënt langs, die nog niet zo lang bij ons woont. Zo kan zus over cliënt vertellen en kunnen wij vragen stellen. Om 13.30 uur hebben we teamcoaching. Hoe gaat het? Waar lopen we tegenaan? We zijn een jong team met veel onzekerheden. De laatste tijd was het heftig op de werkvloer, met escalatie en te weinig personeel. Heel fijn dat hier aandacht voor is. Na de vergadering begint mijn avonddienst. We hebben overdracht. De cliënt uit het ziekenhuis weigert alle medicatie weer, neemt geen insuline. We maken ons zorgen. De huisarts is gebeld. Ondertussen houden wij cliënt in de gaten. We verdelen de cliënten voor de avond. Sommigen hebben een hele dienst dezelfde begeleider, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Het eten halen we op uit de grote keuken en om 17.30 uur wordt er in drie woonkamers gezamenlijk gegeten voor wie dit wil. Wij eten alleen met cliënten van de intensieve groep. Als begeleiders eten wij mee. Rond 19.30 uur blijft een cliënt met een alcoholverslaving mij diverse keren bellen. Cliënt wil eerder naar bed en wil slaapmedicatie. Omdat mijn collega en ik druk bezig zijn, zeg ik dat we pas na de koffie kunnen komen. Om 20.30 uur ga ik naar de betreffende persoon toe, die eerst moet blazen voordat hij medicatie krijgt. Cliënt blaast te veel, krijgt dus geen slaapmedicatie en is daar niet blij mee. Ik maak een kort praatje, check op brandgevaar en ga weer verder met mijn route. Verder blijft het een rustige dienst. Om 23.00 uur zit het werk er weer op en kan ik naar huis.

Vrijdag en zaterdag:

Twee dagen vrij, dus is het voor mij weekend. Mijn ouders zijn zaterdag 40 jaar getrouwd en vieren een feestje. Dat bereiden we voor. Zaterdagavond is het feest.

Zondag:

Vandaag een avonddienst. Ik heb zelf wat geruild in mijn diensten, daarom draai ik nu een half weekend. Maar over het algemeen werken we om het weekend. De dienst begint rustig met de overdracht. Er zijn een paar cliënten verkouden. Coronatesten zijn gedaan, gelukkig is iedereen negatief. We werken dan wel met mondkapjes op als we binnen anderhalve meter zorg verlenen. De dienst verloopt tot het koffiemoment rustig. Dan vraagt een cliënt of ik eerder kan komen voor medicatie. Cliënt voelt zich niet lekker en wil vroeg naar bed. Ik meet de temperatuur en constateer koorts. Bij deze cliënt geldt een noodprotocol, dus moet ik de huisartsenpost bellen. Dit duurt heel lang. Uiteindelijk ben ik vijf kwartier bezig voordat alles geregeld is. Cliënt krijgt extra medicatie en moet in de gaten gehouden worden. Gelukkig hebben mijn collega's ondertussen wat van mijn route overgenomen en kan ik daar om half tien weer mee verder. Ik ga nog langs bij de cliënt uit het ziekenhuis. Die heeft geen koorts, maar geeft wel over. Na overleg hoef ik de huisartsenpost niet te bellen. Ik zorg voor een kop thee en daarna gaat cliënt slapen. Ik help een collega aan de andere kant nog met zorg, omdat die wat uitloopt. Om 23.00 uur zijn we klaar en wacht nog het rapporteren. Het is middernacht als ik naar huis kan. Het was een drukke dienst, maar alles is goed afgesloten.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding