Afbeelding
Foto:

Arnold Keuter


Geboren: 16 maart 1951

Overleden: 16 december 2021

Hij groeide op als enige zoon in het gezin van Klaas Keuter en Teuntje Mooiweer. Arnold had vier zussen en was daarmee de logische opvolger van zijn vader, die met de UK 20 op het IJsselmeer viste. Maar in de tijd dat op de Noordzee veel meer geld verdiend kon worden, koos Arnold er uiteindelijk ook voor om het zoete voor het zoute water te verruilen.


Arnolds moeder kwam uit Vollenhove en zelf kreeg hij ook verkering met een meisje van buiten Urk: Johanna Bootsma uit Lemmer. In 1970 kregen ze verkering met elkaar en het jaar erop trouwden ze, op de dag voor kerst. Het stel ging wonen in een klein huisje in Wijk 5, waar eind 1972 dochter Teunie werd geboren. Na ongeveer een jaar verhuisde het gezin naar Lemmer; Johanna kwam uit een groot gezin en had veel last van heimwee. Daar werd het gezin verblijd met de geboorte van zoon Kees.

Johanna was doordeweeks alleen met de twee kinderen, want Arnold bleef vissen. Eerst op de UK 200, later bij Rinke Oost op de UK 292. Uiteindelijk zou hij ook nog bij de rederij van Louwe de Boer en zonen vissen én bij Albert Kroon.

In de weekenden was Arnold druk met zijn duiven. Ook hield hij van een spelletje klaverjassen, en bij mooi weer voer hij met zijn bootje het IJsselmeer op. De kinderen mochten pas gaan zwemmen als hij klaar was met poeren, want anders zouden de vissen weggejaagd worden. Dat Kees op een keer een mooi net vol rode baars verspeelde, werd wijselijk verzwegen.

De tijd waarin het geluk het gezin toelachte duurde helaas maar erg kort. Johanna kreeg te maken met een ernstige auto-immuunziekte en lag daardoor vaak in het ziekenhuis. Met hulp van familie werd het gezin draaiende gehouden en kon Arnold blijven vissen. Johanna overleed in 1984, waarna Arnold besloot thuis te blijven voor de kinderen.


In 1985 verhuisde het gezin terug naar Urk, waar ze een woning op de Geer konden krijgen. Arnold was nauwkeurig en netjes in het huishouden. Nu hij de enige ouder was, nam hij die taak zeer serieus. Een jaar na de verhuizing raakte hij echter ziek.

De rest van zijn leven zouden goede en slechte periodes elkaar blijven afwisselen. Arnold en de kinderen werden ondersteund door familie, en geregeld kon Arnold een periode terug naar zee, want vissen bleef zijn grote passie. Op de vloot werd met respect gesproken over zijn kundigheid en kracht.

Na zijn werkzame leven groeide Arnold meer en meer uit tot een dorpsfiguur. Hij was iemand die graag onder de mensen was. Vanaf zijn woning aan de Geer maakte hij zijn rondes langs winkels en bedrijven. Hier een bakje koffie, daar een praatje. Toen het Leger des Heils naar Urk kwam, werd hij daar al snel een graag geziene gast. Ook vond hij er geestelijk onderdak, net als bij de Morgenster.


In 2018 werd duidelijk dat thuis wonen niet langer verantwoord was. Hij verhuisde naar Het Dok. Daarna volgde een periode in Lelystad en in een verpleeghuis van het Leger des Heils in Almere. Uiteindelijk kreeg hij een plekje in Het Kompas, wel zo fijn, want daar begrepen ze het Urkers, dat Arnold ook aan de wal stug was blijven spreken.


De contacten met zijn familie bleven goed. Hij werd de trotse bèbe van drie kleinkinderen en had vier achterkleinkinderen. Ook zij zagen hoe de gezondheid van Arnold langzaam maar zeker achteruit ging. In november 2021 kreeg Arnold een longontsteking, waarvan hij aanvankelijk leek op te knappen. De longontsteking had Arnold echter zo verzwakt, dat hij op 16 december overleed.