Feest in St. Andrews

Op naar Schotland. Paulus gaat promoveren aan de universiteit van St. Andrews. Theologie. Na vier jaar hard werken is vandaag de grote dag. Jammer dacht ik, jammer dat het niet in Nederland gebeurt. Hier is een promotie een bijzondere plechtigheid waarbij de promovendus zijn werkstuk voor een groep wetenschappers publiekelijk moet verdedigen. In Schotland vindt dat allemaal achter gesloten deuren plaats. We hebben nu alleen nog de graduation, de diploma-uitreiking. En dat is een tamelijk massaal gebeuren. Maar mijn bedenkingen blijken niet terecht. Ik heb even niet aan de Britse tradities gedacht. Tjonge, ze weten hier hoe het moet.


Het begin kan niet beter. Een dankdienst in de universiteitskapel. De St. Salvator's kapel is een indrukwekkend laatgotisch bouwwerk uit 1450. Daar zitten doet iets met je. Je voelt je rijk en tegelijk voel je je ook heel klein. Je gaat op in de eeuwen. De met prachtige houtsneden versierde banken zitten vol met studenten in allerlei kleuren toga’s. Ze zijn vergezeld van dankbare familieleden en vrienden. Het licht komt door de gebrandschilderde ramen naar binnen. Alles is natuursteen, versierd met rijk beeldhouwwerk. De hoogleraren schrijden de kapel binnen, voorafgegaan door twee pedels, die prachtige eeuwenoude zilveren staven voor zich uit houden. ‘Now thanks we all our God’ is het openingslied. ‘Dank, dank nu allen God’. Heerlijk om zo je vreugde te kunnen uiten en te adresseren. Er wordt een gedeelte gelezen uit het boek Handelingen. De universiteits-chaplain houdt een overdenking en het koor zingt. Na nog een loflied gezongen te hebben, krijgen we de zegen mee. We zijn nu afgestemd en vol dankbaarheid voor wat nog komen gaat: de uitreiking van de diploma’s. Te voet begeven we ons naar het universiteitsgebouw. Hier wordt er nog een schepje bovenop gedaan. Zes pedels gaan vooruit in de processie van hoogleraren. Ook deze bijeenkomst wordt met gebed geopend. Nu in het Latijn. De namen van de geslaagden worden afgeroepen en de titel van hun proefschrift wordt voorgelezen. Ze knielen en krijgen een soort sjerp omgehangen. Degenen die een doctorsgraad hebben verworven, krijgen een hand van de rector om uitdrukking te geven aan het feit dat ze nu van gelijke hoogte zijn. 


Paulus en Tiny zijn gezegend met een hechte vriendenclub en met een ouder echtpaar dat zich heeft toegewijd aan een groepje studenten. Ze zetten daarvoor al hun liefde en middelden in. Een van die middelen is een prachtig groot huis, waar ook wij onderdak hebben gekregen. Na de plechtigheid zetten we ons daar aan de maaltijd, samen met zes geslaagden en hun ouders en schoonouders. Een van de vaders houdt een korte speech. ‘Toen mijn zoon wegging uit huis hield ik natuurlijk niet op vader te zijn. Ik was bezorgd. Maar nu ik deze grote familie heb gezien, maak ik me geen zorgen meer, maar voel ik me juist heel rijk gezegend'. ‘Now thanks we all our God'. Wat een feest!

.