Afbeelding
Foto:

Geloof en sport

Het was er altijd maar opeens werd het openbaar tijdens het WK: het geloof van de spelers van het Nederlands elftal. Ik vind het prachtig. En het komt authentiek over. Maar misschien ook wel een gereformeerde reflex van mij om te bepalen of iets echt is. Daar ga ik helemaal niet over.

In ieder geval getuigen de spelers openlijk over hun hoop en vertrouwen op God. Ze doen dit vaak via hun eigen platforms op sociale media buiten de gevestigde kaders om. Het lijkt erop dat door God op nr. 1 te zetten het niet meer zo belangrijk is wat anderen van ze zeggen. Daarmee geven ze tegenwicht aan de soms onmenselijke druk. Het kan bijna niet anders of dit zal christelijke jongeren aanspreken en bemoedigen: het is mooi om te geloven.

Het lijkt erop dat de media deze keer niet in de religiestress schieten. De Volkskrant die echt de moeite neemt om hierover evenwichtig te publiceren. Heel anders dan Johan Derksen die de biddende spelers kwalificeerde als 'sektarisch, hypocriet en eng'. Maar misschien zijn de uitspraken van Derksen een reactie op persoonlijke christelijke trauma's.

Vanuit Urker perspectief moeten we natuurlijk niet verwachten dat deze spelers op zondag om 10 en 17 uur in de kerk zitten. Maar als ik wat persoonlijke verhalen beluister, hoor ik over aantekeningen maken tijdens preken en het houden van Bijbelstudies. Ik leg dan de hand op mijn lippen.

Ook op ons sportpark laten Urker spelers als het goed is hun geloof niet thuis achter. Het leven is één. Op De Vormt luisteren het sportpark en de begraafplaats naar dezelfde naam. Letterlijk en figuurlijk raken ze elkaar. Op hetzelfde sportpark heeft wijlen clubicoon Luut de Boer zelfs een keer uitgeroepen: 'Er heerst hier meer vrede dan in de kerk.'


Auke Brouwer