Afbeelding
Foto:

Willem Kramer


Geboren: 3 november 1941

Overleden: 10 februari 2022

Hij werd geboren als vijfde van tien kinderen in het gezin van Meindert Kramer en Jannetje Romkes (Zeezicht). Op Wijk 7-20 werd creativiteit aangemoedigd en zo maakte Willem een kippenhok en een poppenhuis voor zijn zus Marja, inclusief elektriciteit. Na de lagere school en de Visserijschool ging Willem vissen op de UK 87 van zijn vader.

Hij moest echter in dienst en werd in 1961/62 uitgezonden naar Nieuw-Guinea. Tijdens een gevecht werd een van zijn beste dienstkameraden doodgeschoten in het bijzijn van Willem. Dat heeft een diepe indruk achtergelaten in zijn leven.

Terug op Urk kreeg hij verkering met Mine van Sijtje (van de Magneet). In 1964 trouwden ze en samen mochten ze een zoon en drie dochters krijgen. Binnen de Nederlandse Hervormde Kerk vervulde hij de functies van ouderling en diaken. In gesprekken met gemeenteleden had Willem een luisterend oor en hielp hij velen zowel diaconaal als pastoraal.

Willem had aanleg voor techniek en zou gedurende zijn hele leven een grote bijdrage leveren aan de technische innovatie van de Urker vloot. Hij vond het fijn om te blijven leren en haalde op latere leeftijd nog diverse diploma’s. Hij introduceerde diverse systemen om de arbeidsomstandigheden aan boord te verbeteren. In de jaren '70 liet hij bij Metz de UK 88 bouwen, waarbij hij wilde dat alles efficiënt, duurzaam en gebruiksvriendelijk was. Begin jaren '80 maakte hij een systeem van stortkokers, opvangbakken, afvoerbanen en goten waardoor de geschikte vangst rechtstreeks in het ruim gebracht, de ondermaatse vis teruggezet in zee en de opvarenden niet meer op hun knieën de vis hoefden uit te zoeken. Dit systeem werd al gauw door de hele vloot overgenomen. Willem heeft zich ook ingespannen voor een subsidiemogelijkheid via het toenmalige ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarvan de vloot op grote schaal gebruik heeft gemaakt. Voor deze en andere bijdragen kreeg hij in 2016 het gemeentelijke Gouden Scholletje uitgereikt.

Willem was een zachtmoedige man, met een groot rechtvaardigheidsgevoel, die respect afdwong in brede kring. Zijn leven stond in het teken van de medemens en hij voorzag velen van advies en wijze raad of ondersteuning. In zijn werk was hij perfectionistisch. Alles moest kloppen en efficiënt functioneren, zowel aan boord, in de machinekamer, maar ook thuis. Op de plek waar ooit het huis van zijn opa stond, werden twee huizen gebouwd, die Willem zelf heeft ontworpen, samen met gemeenteambtenaar Van der Wal. Het woongenot en gebruiksgemak stonden voorop bij zijn ontwerpplannen, en daar genieten de bewoners van de beide woningen nog dagelijks van.

Gedurende zijn werkzame leven kreeg Willem te kampen met gezondheidsproblemen, waardoor hij eerst genoodzaakt was aan wal te gaan en als walschipper zijn bedrijf voort te zetten. Hij kreeg meer tijd voor zijn gezin en voor zijn 10 kleinkinderen, maar zodra de kotter aan wal kwam, was hij voor onderhoud in de machinekamer te vinden. In 2002 heeft hij de kotter verkocht aan Hendrik Romkes waardoor de UK 88 nog vele jaren in de vaart mocht blijven. Willem bleef betrokken bij de ontwikkelingen binnen de vloot en vervulde allerlei bestuursfuncties. Het was thuis altijd een komen en gaan van gasten en bezoekers, vaak mensen uit de visserijwereld. Ook was hij betrokken bij de bouw van de nieuwe visafslag, in de jaren ’90.

Via nichtje Jannie en haar man Peter Venema was er vriendschap ontstaan met de Amsterdamse familie Venema, die overwinterde in Florida. Willem en Mine werden uitgenodigd en onder de warme zon veerde de gezondheidssituatie van Willem op; het klimaat werkte bevorderend voor zijn lichamelijke gesteldheid. Ze vonden vlakbij een eigen verblijf, waar Willem en Mine nog vele jaren overwinterden. Kinderen en kleinkinderen maar ook vele vrienden en familieleden waren er welkome gasten.

De laatste fase van zijn leven kreeg Willem te maken met de ziekte die hem uiteindelijk het leven zou kosten. Hij overleed in de voor de families Kramer en Woort zo beladen Biddagweek, nadat hij met de bevriende, hervormde predikant dr. Van der Meulen zijn uitvaart had doorgesproken en was gezegend. Want een gezegend mens, dat was Willem Kramer bij leven en sterven.