Afbeelding
Foto:

Jan Kramer


Geboren: 21 juli 1942

Overleden: 17 maart 2022

Hij stierf plotseling. Het ene moment leek alles nog normaal en het volgende moment gleed hij weg uit het leven. Een levenseinde dat eigenlijk helemaal niet paste bij de man die zo vaak betrokken was bij grote en kleine ongevallen en die daar steeds ogenschijnlijk makkelijk van herstelde. Een sportieve man ook en iemand met een hoge pijngrens.

Zijn jeugd speelde zich af op verschillende plaatsen. Vader Willem werkte onder andere voor Rijkswaterstaat, wat betekende dat het gezin, met moeder Sijt van Suundese Nanne en zes kinderen, diverse keren verhuisde. Zo woonden ze een tijdje in de keten bovenaan het kleine strand. Ook brachten ze een periode door in Nagele, dat toen nog niet eens een officieel dorp was.

Jan was de oudste van het gezin. Hij wilde al jong naar zee en in eerste instantie niet om te vissen. De grote vaart trok hem. Na een periode bij de marine bezocht hij daarom de Zeevaartschool in Amsterdam, waarna de tijd van verre reizen aanbrak. Toch duurde dat niet lang. Het ver weg van huis zijn viel tegen, vooral omdat het niet goed ging met de gezondheid van zijn moeder. Toen hij op een keer, in een ver buitenland, bericht kreeg dat zijn moeder mogelijk snel zou overlijden, hakte hij de knoop door en besloot visserman te worden.

Vissen zou daarna 35 jaar een belangrijk onderdeel van zijn leven blijven. Hij was een harde werker, die aan boord diverse hachelijke momenten beleefde. Zo lag hij meerdere keren overboord en ging hij door het oog van de naald toen hij op een dag hard op zijn hoofd werd geraakt.

En dan te bedenken dat hij als jongeman al eens betrokken was geweest bij een ernstig auto-ongeluk. Het gebeurde vlakbij Urk, toen hij samen met zijn latere echtgenote, Alie Pereboom, in de auto reed. Door de klap werd hij uit de auto geslingerd en omstanders die zijn bewusteloze vriendin aantroffen, gingen ervan uit dat ze alleen in de auto had gezeten. Toen ze bijkwam en vroeg hoe Jan eraan toe was, gingen hulpdiensten terug naar de plek van de crash en vonden ze hem, flink gewond, in het weiland. Hij had onder andere een gebroken arm, die destijds verkeerd werd gezet en hem de rest van zijn leven parten bleef spelen.

Ondanks de arm groeide Jan echter uit tot een verdienstelijk sportman. In zijn vrije tijd was hij dikwijls op de voetbalvelden te vinden. Als begeleider van jeugdteams, maar ook als speler en dan bijna altijd onder de lat. Hij was een echte keeper die op Urk de bijnaam 'De Zwarte Panter' kreeg. Hij schaatste ook regelmatig en in de zomermaanden genoot hij van vakanties en de camping in Rijssen.

Na hun trouwen woonden Alie en Jan eerst een tijdje aan de Vormtweg. Daar werd hun oudste zoon, William geboren. Al snel volgde een verhuizing naar de Waaiershoek, waarna nog de Nink en De Noord zouden volgen, om uiteindelijk neer te strijken in de Nieuw Guineastraat. Het gezin werd uitgebreid met de geboorten van Ron, Marika, Ilona en Bert Jan. Uiteindelijk zouden er ook nog 13 kleinkinderen en een achterkleinkind geboren worden.

Steeds minder vaak ging Jan een week naar zee, totdat zijn leven zich helemaal aan de wal afspeelde. Met zijn gezondheid begon het minder te gaan. Door een combinatie van diverse tia's en beginnende dementie ging zijn kortetermijngeheugen achteruit, kreeg hij een korter lontje en leek het soms alsof hij niet alles meer zo goed meekreeg. Dat gold bijvoorbeeld voor de ernstige ziekte van zijn vrouw. Ze vroeg zich meermaals af of Jan wel besefte dat er tijden waren waarin ze op het randje balanceerde. 

In de ochtenden begon Jan de dagbesteding van InteraktContour te bezoeken, waar hij plezier had in creatief bezig zijn. Dat hij in die tijd ook nog eens over de kop sloeg met de fiets, vergat hij thuis te vertellen. Als vanzelfsprekend krabbelde hij gewoon weer op. Totdat hij op een donderdagochtend in maart plotseling niet lekker werd na het aan de weg zetten van de container. Kort daarop werd hij getroffen door een hartinfarct. Een abrupt einde aan een veelzijdig leven.