Afbeelding
Foto:

De Amsterdam connectie

We lopen met een groepje Urkers over een brug bij de Herengracht. Precies op dat moment vaart een rondvaartboot genaamd ‘Michiel de Ruyter’ onder ons door. Het is treffend, want we zijn op pad om Urker connecties te ontdekken met de stad Amsterdam. De tot stadsgids gebombardeerde K. heeft een route uitgestippeld. Vandaag zijn we toerist in eigen land.

We komen eerst langs het ‘Huis met de Bloedvlekken’, waar rond 1690 de geniale en schatrijke oud-burgemeester Coenraad van Beuningen met zijn eigen bloed de muren heeft beklad. Frappant is dat dit ruim 300 jaar later nog steeds goed is te zien. Deze tastbare geschiedenis vond volgens overlevering zijn oorsprong in godsdienstwaanzin. Of dit iets met Urk te maken heeft, laat ik in het midden. 

Aan de Keizersgracht vinden we Museum Van Loon. Hier kun je je vergapen aan hoe de elite in de 17e eeuw leefde. Het heeft niet per se een link met Urk, maar het huis ernaast wel. Dit is het voormalige woonhuis van Jacob Hooft, de oomzegger van Henrick Hooft. Niet open voor publiek, maar met de buren vers in het achterhoofd is het niet moeilijk voor te stellen hoe het er hier vanbinnen zal hebben uitgezien. 

We lopen verder en aan de overkant staat het woonhuis van Henrick Hooft zelf. Zijn naam (‘Henrik Hooft’) staat op het Kerkje aan de Zee. Hij was in de 17e eeuw vijf keer burgemeester van Amsterdam en - daarmee ook - Heer van Urk en Emmeloord. Hij investeerde veel in de zeewering van de keileembult. Schattingen lopen uiteen van omgerekend tientallen tot honderden miljoenen. Behoud van het strategisch gelegen eiland in de Zuiderzee was van groot belang. Zonder die investering was Urk er simpelweg niet meer geweest. Urk moest dan wel protestants worden, maar daar hoor je nu niemand meer over.

Daarna door naar de met camera's versierde burgemeesterswoning. Een gedenkplaat vertelt hier over de eerste bewoner: Paulus Godin. Zo is er te lezen dat hij bewindvoerder was van de WIC en slavenhandelaar. Wat er niet op staat is dat hij ooit een akkefietje had met Urkers. Zijn schip ‘Samuel’ strandde in 1662 bij Urk. Godin snapte dat je best met die Urkers kon onderhandelen en kreeg na bemiddeling door de dominee, zonder slag of stoot, de kostbare handelswaar terug. 

Via de Begijnhof - waar ooit uit Engeland verbannen Puriteinen kerkten - snel door naar het Paleis op de Dam. Nog meer pracht en praal; we bevinden ons even later in het burgemeestersvertrek ‘Oud Raadzaal’. Van hieruit werd Urk gedurende een periode van 132 jaar bestuurd. De naam Urk moet hier meerdere keren zijn gevallen en kleeft misschien nog in de muren.

Zo ontdek ik dat Urk meer heeft met Amsterdam dan ik wist. Napratend over deze indrukken bestel ik op het Rembrandtplein de zeebaars. En hoewel de ober het niet zeker 

weet, gok ik dat deze ergens ook door 

Urker handen is verwerkt. Kan bijna 

niet anders.


Jan van den Berg