Urk en Job


"De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd!"

Job 1 : 21b

Een jaar of 15 geleden heeft iemand mij een exemplaar gegeven van wat Bijbelboeken die een vertaling gekregen hebben in de Urker taol. Het waren er niet veel, maar Psalmen en Job waren er zeker tussen. Uitgerekend Job! En: natuurlijk, Job! Urkers hebben een bijzondere band met dit Bijbelboek. Ongetwijfeld zal dit gegrond zijn in het ervaren van velerlei beproevingen en ellende in de loop van de geschiedenis van ons vissersdorp, waar het vissersmonument maar één, zeer pijnlijk memento van is.

Van heel dat boek Job, dat naast een inkijk in de hemelse werkelijkheid (Hoofdstuk 1), naast het menselijk overdenken, naast het proberen (weg) te redeneren van lijden, naast de woorden van de Almachtige Zelf, is het vers dat wellicht door de meesten uit het hoofd gekend wordt het volgende: Job 1 : 21b 'De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd!'

Job spreekt deze woorden uit nadat hij bericht kreeg dat hij al zijn bezittingen, zelfs al zijn kinderen kwijt is geraakt. Wat een krachtig getuigenis, een krachtig geloof om dan dit te antwoorden! En deze woorden waren in de loop van de eeuwen vaak een inspiratiebron voor vele gelovigen.

Ik sprak laatst een oudere Urker vrouw die vertelde over haar vader die als ouderling (tientallen jaren geleden) eens de zware opdracht kreeg om na een kotterongeluk het tragische bericht te moeten brengen aan een vrouw die haar man en twee zonen in een klap heeft verloren. Hij ging er met bevende benen heen, maar kwam met ootmoed en verwondering terug, en zei: "nooit heb ik zo'n groot geloof gezien." Waarom? U raadt het... Bij het horen van het vreselijke bericht antwoordde de weduwe met de woorden van Job 1: 21.

Toch is het zo dat er sommigen zijn die deze woorden verschrikkelijk vinden. Ten eerste, omdat ze denken dat gelovigen zodanig 'recht hebben' op de bescherming van de Heere, dat ze het niet eens kunnen bevatten dat God iemand dien Hij lief heeft zou laten lijden. In deze categorie horen ook aanhangers van het welvaarstevangelie. Laatst nog hoorde ik een welvaartsprediker zeggen: "stop nou met Job!" Daarmee bedoelde hij dat gelovigen niet meer de woorden van Job zouden mogen citeren. Zijn redenering was dat wanneer de Heere Zelf het woord neemt in Job 38: 2, Hij de woorden van Job beschrijft als 'woorden zonder kennis'. Met andere woorden, als Job zegt "de Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen", hij dwaasheid spreekt, de Heere laat immers niemand lijden dien Hij liefheeft. Maar precies na deze bekende woorden lezen wij in Job 1 het volgende: Job 1: 22 'In dit alles zondigde Job niet en schreef hij God niets ongerijmds toe'. De Heilige Geest, Die de woorden van de Schrift ingegeven heeft, vond de woorden van Job kennelijk wél van bijzonder grote waarde, in tegenstelling tot mensen die nu het tegenovergestelde beweren.

Ten tweede, vinden sommigen deze woorden van Job verschrikkelijk, omdat zij menen dat zij menselijk lijden bagatelliseren, te makkelijk nemen. Maar dat is verre van waar. De woorden van Job mogen ons niet ongevoelig maken tegenover het lijden van anderen. Ze zijn immers geen woorden die je iemand anders als troost moet/mag toezeggen. Het zijn alleen woorden die als getuigenis, vanuit het hart van een gelovige, door de leiding van Gods Geest uitgesproken kunnen woorden.

En waarom kán een gelovige dat uitspreken? Niet omdat hij geen lijden ervaart. Niet omdat hem dat niets doet. Maar omdat door de Heere Jezus Christus voor elke gelovige het aardse lijden in het perspectief van Zijn Koninkrijk gesteld wordt. Met de apostel Paulus zeggen wij: ''Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden." (Romeinen 8 : 18). Wat een hemels perspectief in alle aardse lijden.

Ds. A.C. Kelemen