n Harmen de Boer is de worst aan het afroken.
n Harmen de Boer is de worst aan het afroken. Foto:

Lekker(s) in Frankrijk


Als we alles van de kerstmarkt opgeruimd hebben, ligt er nog een berg worsten die gerookt moeten worden. Het is Harmen de Boer die zich weer opoffert en de kou trotseert om uren aaneen de rookkast te bewaken en de temperatuur op de juiste graad te houden. 

We hadden een geluk bij een ongeluk. Het is heel druk op het kasteel als onze huisvriend Arnold even aankomt, met in zijn kielzog een paar mensen uit Nederland die hij en passant nog even een huisje had verkocht en gelijk de kopers even kennis wilde laten maken met ons. Hij gebruikt het volgens mij als verkooppraatje, om ze het laatste zetje te geven tot kopen: 'Als we dan bij de notaris wegkomen neem ik jullie gelijk even mee naar de familie Gnodde, daar komen zoveel Nederlanders! Zijn jullie gelijk goed ingeburgerd bij de Nederlanders die wonen in de Haute-Vienne.' Maar goed, iedereen is welkom. 

Worsten en banket

De man zit nieuwsgierig naar de rookton te kijken en vraagt wat we aan het doen zijn. 'Worsten roken', is het antwoord. 'Ha, mooi', zegt hij. 'Dat heb ik jaren gedaan'. Wat blijkt, dit paar heeft een eigen slachterij en slagerswinkel die al drie generaties in de familie is. Dit was natuurlijk niet tegen dovemans oren gezegd; het volgende uur en daarna werd hij van alle kanten bestookt met allerlei vragen. Van zoutgehaltes en vetpercentages tot toevoegen van ik weet niet wat. Maar de man bleef geduldig en gaf overal antwoord op. Nu waren de worsten al gemaakt, dus zijn recepten zijn opgeschreven voor een volgende ronde. Hij staat op en gaat weg, maar komt even later terug met zijn handen vol allerlei soorten worst. 'Deze had ik nog in de auto, maar wij gaan morgen terug naar Nederland, als ik jullie er blij mee kan maken!' 

Jaren reed ik met de kerst banketschollen rond voor ome Jan. Op een gegeven moment zie ik een adres waar ik veel kwam, en dus klakkeloos heen reed. Ik lever een schol af bij... Riekelt zal ik maar zeggen. Als ik terugkom in de bakkerij is er gebeld dat er nog niets was afgeleverd. Jan Lindeboom kijkt mij vragend aan, en ik zeg: 'Ik kom er net weg!' Ik geef hem het briefje met de route. Blijkt het dezelfde achternaam te zijn in dezelfde straat, maar op een ander nummer. Ik terug en loop de keuken binnen. 'Je koemen net op teed', zegt Riekelt, 'angers ad ik um op m'n ientjen op moeten eeten'. Er lag nog een stukje van de schol voor hem. Als ik hem vertel dat het verkeerd bezorgd is, schiet hij in de lach. 'Dan was meen vuurgevoel toch goed, ik zeg tugen mezelf: Riekelt zet ut mes erin, zodrekt oalt ie um wier op'. Zo ging het ook met de worsten; voor ze op de tafel lagen ging het mes erin voordat de man zich zou bedenken.

Sinterkerstennieuw

Twee weken is eigenlijk te weinig. Voorheen hielden we altijd uitgebreid Sinterklaas, kerst en oud en nieuw; nu moesten we alles in die twee weken duwen. Dus werd het dit jaar sinterkerstennieuw. Normaal werd iedere feestdag begonnen met een mooi ontbijt; hiervoor moest Gré altijd vroeg naar de bakker, anders waren de vruchtenbroodjes alweer weg. Alleen, ze kennen geen vruchtenbroodjes in Frankrijk. Dus, wat ze hier niet hebben maken we zelf, zo ook de luxe broodjes. Ik moet eerlijk zeggen dat het resultaat niet tegenvalt. Er waren croissants, chocolade-croissants, vruchtenbroodjes, noem het maar op of het was er. 's Morgens een heerlijk ontbijt en 's avonds een nog lekkerder diner. Enig minpuntje was de kou; het lukt maar niet om zo'n grote ruimte een beetje warm te krijgen. Liepen ze in de keuken op het hemdje, in de salon moest je je winterjas aan. Maar... als het goed is, is dat dit jaar voorbij. Het schijnt dat er iemand op Urk is die heel veel verstand van houtkachels heeft, maar daarover de volgende keer.

n Vol trots.
n Alice Mae bakt de chocolade-croissants.
n Onze sinterkerstennieuw.