'Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u.'
Openbaring 3 : 3a
Hoe zou u Urk en de Urker willen typeren?
Er zou van alles te zeggen zijn: harde werkers - gulle gevers - zanglustig - veel saamhorigheid
- religieus.
Er valt veel goeds te vermelden.
De grote vraag is echter wat de Heere Jezus ervan zal vinden.
Zie maar naar Sardis. De christelijke gemeente in die stad stond ook goed bekend: 'gij hebt de naam, dat gij leeft' (Op. 3 : 1b).
Ze waren er best trots op. Als ze zich vergelijken met andere plaatsen was Sardis toch maar een 'mooie gemeente'. Misschien wel zoiets als Urk.
Maar die mooie gemeente van Sardis viel in slaap. En voordat men er erg in had gekregen was die 'mooie gemeente' een 'dode gemeente' geworden. Zo kan het dus gaan! In Sardis, maar ook op Urk!
Het is zo erg in Sardis, dat de hemelse Kerkvisitator met de deur in huis valt: 'gij hebt de naam, dat gij leeft, maar gij zijt dood' (Op. 3 : 1b).
Van buiten leek het nog wat, terwijl er van binnen niets zat.
Dan moet Hij het zeggen: 'Ik weet uw werken, dat gij den naam hebt, dat gij leeft en gij zijt dood' (Op. 3 : 1). Dan sta je goed aangeschreven, maar ben je in feite afgeschreven.
Want er is geen leven…
Dat betekent:
1. Er is geen roepen vanuit de diepte tot God
2. Er is geen ontdekking aan zonde en schuld
3. Er is geen zielsbenauwdheid
Maar bovenal: als er geen leven is, mis je ook het Leven.
Ja, de Levende…
Want levend gemaakt ben je immers alleen met Christus (Ef. 2 : 5).
Nu komt de Heere Jezus met een welgemeend advies om die doodse gemeente weer tot bloei te brengen. Hij komt met een aantal aanbevelingen: Allereerst: zijt wakende … (Op. 3: 2a). We hebben waakzaam te zijn met het oog op de aanvallen van de satan en de invloed vanuit de wereld. Hij wil proberen Christus’ kerk in slaap te laten sussen door hen op te laten gaan in de dingen van de wereld. Wij zien het:
1. De stranden worden op zondag voller en de kerken leger
2. De middagdienst wordt in veel gemeenten minder bezocht
Maar ook: 'gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt…' (Op. 3: 3a). Ze moeten in Sardis terug naar de tijd van de eerste liefde.
Het is alsof Christus zegt: 'denk daar nog eens aan terug':
1. De tijd, dat het Woord voor het eerst openging in uw leven
2. De tijd dat Christus voor het eerst op de drempel van uw levenshuis verscheen
Dan past slechts beschaamdheid van het aangezicht! Daarom is die opdracht van Christus ook zo gepast: 'en bewaar het…' (Op. 3 : 3b).
Hier gaat het om het bewaren van het Woord… Dat raakt ook het Schriftgezag. We zien een ontwikkeling, waarin we het verstaan van de Schrift moeten laten bepalen door de cultuur, waarin we leven. Het leidt tot een hele andere visie op ander andere:
1. Schepping of evolutie
2. De plaats van de vrouw in de kerk
3. Huwelijk en seksualiteit
Hier klinkt: 'en bewaar het…' (Op. 3 : 3). Dat geldt echter ook voor een bijbels genormeerde levensstijl… We hebben altijd een bepaalde stijl gehad:
1. Een kledingstijl
2. Een stijl rond de invulling van de zondag
Die mogen we niet kwijtraken!
Natuurlijk: wetjes en regeltjes bewaren ons nog niet bij de Schrift! Tegelijk geeft het wel te denken, als we ineens afscheid nemen van allerlei leefgewoonten en lifestyles. Daarom ook dat laatste: 'en bekeer u…' (Op. 3 : 3c).
Het leven dient zich te richten op het Woord. Dat is de waarschuwing van die hemelse Kerkvisitator. Als de aanbevelingen van deze hemelse Kerkvisitator niet worden overgenomen zal er uiteindelijk niets van overblijven.
Dat zet ons klem: Urk en de Urker!
Daarom ook die roep, dat appèl:
Keer nochtans weder…
Al zijn ook uw zonden als scharlaken zo rood; Uw zonderegister oneindig en groot. Toch klinkt het u toe, zo nameloos teder: Keer nochtans weder!
Maar hebt u geen voeten om tot Hem te gaan. Geen oog en geen oor om Zijn stem te verstaan? Zo smeek Hem dan en buig u terneder: Breng mij toch weder!
Hij is het, Die doden doet horen Zijn stem. Die harten bereidt en doet buigen voor Hem. Nog staat Hij en roept zo nameloos teder Keer nochtans weder!
Ook Urk. Juist Urk.
Ds. A.C. Uitslag