Afbeelding
Foto:

Fanatisme


Van nature ben ik een vrij rustig mens, maar zodra ik sport, komt er een stofje in mijn hersenen vrij waardoor alles anders wordt. Ik kon, toen ik nog soepel was, een beetje voetballen, al was mijn grootste kracht mijn fanatisme. Als 22-jarige ging ik voor het eerst in competitieverband het veld op. Het was in Canada, waar ik een baantje als au-pair had. Ik was lid geworden van The Calgary Tigers en na een paar weken trainen in een sportzaaltje reed ik in mijn oude verroeste Datsun op een doordeweekse avond het sportpark op voor mijn eerste wedstrijd op het veld. Ik zag het meteen: dit is géén SVU. Er was slechts één veld, voor de rest niets. Geen kantine, geen kleedkamer… Calgary Tigers bleek een team te zijn, geen vereniging. We droegen oude, oerlelijke zwart-gele tenues, met op de voorkant een wieke Winnie the Pooh. Ik moest me omkleden in de auto. Woar bin ik in de lieve vrede belaand?

In die eerste wedstrijden moest ik wennen aan de regels, om het zo maar even te zeggen. Nee, je mag niet de bal uit de handen van de keeper slaan als je als spits zojuist van een grote kans een makkelijk vangballetje hebt gemaakt. Canadezen zijn nette, vriendelijke mensen, en ik zag de verbijstering bij teamgenoten en tegenstanders. Eén van hen probeerde het me rustig uit te leggen: ‘Lilian, that’s not allowed’. Geïrriteerd: ‘Wiet ik ok wel, maar as de skeids niet kiekt is ut wel allowed’. Niet voor niets stond ik in onze competitie al snel bekend als ‘that crazy Dutch girl’.

Mijn fanatisme werd ook mijn zwakte. Tegenstanders, maar net zo goed medespelers en zo af en toe een scheidsrechter moesten het ontgelden. Schelden, mopperen, schreeuwen. Gaandeweg de jaren leerde ik er beter mee omgaan, maar zelfs bij Oud Goud, een competitie voor vrouwenveteranen en waar het echt om de gezelligheid draait, ging het nog weleens mis. Sporadisch hoor, maar toch…

Als vrijwilliger bij de vrouwen- en meisjestak van SV Urk zie ik het zo af en toe ook gebeuren. Een meisje dat gefrustreerd een waterzak omver trapt, alleen maar omdat ze gewisseld wordt. Of een 10-jarige die met een rood hoofd en een beslagen bril in discussie gaat met de scheidsrechter, woest om - in haar ogen - zoveel onrechtvaardigheid. Ik geniet. Ze hebben allebei nog zeeën van tijd om te leren fanatisme vooral een kracht te laten zijn.

Lilian Brouwer