Afbeelding
Foto:

Kleine vis, groot verhaal

Per toeval stuitte ik op een boek van culinair journalist Petra Possel. Een rode kaft, met daarop een knalgeel conservenblikje. Ansjovis, was de titel. Hoewel een mens een boek niet op basis van de cover dient te beoordelen, trok het me aan en vervolgens belandde ik in een groot verhaal, over een kleine vis.
Possel, woonachtig in het rustieke Friese Gaast, klom op een dag de dijk op om over het IJsselmeer te turen. Hoe kan het toch zijn dat toen het IJsselmeer nog zee was die vol met ansjovis zat en we de vis nu eigenlijk niet meer kennen, dacht ze. Bij ansjovis denk je meteen aan Zuid-Europa. Een Nederlander belegt zijn pizza nu eenmaal niet met ansjovis, dat bestellen we bij de Italiaan als we eens avontuurlijk willen doen.

Ze begint bij de Zuiderzee. Hier werd volop gevist op ansjovis. Als die er was, want op de vangst was geen peil te trekken. Het kon zijn dat er een heel jaar niets gevangen werd, dan was er een visseizoen waarbij er netten vol aan wal werden gesleept. Het was de spek op de botten van de vissers. Ook op Urk werd er naar ansjovis gevist. Er bestaan prachtige foto’s van de bedrijvigheid die dat op de Urker haven met zich meebracht. Vrouwen en kinderen werden opgetrommeld, de lessen op de Wilhelminaschool werden er zelfs voor gestaakt. Bijkomend voordeel: kinderhanden konden nu eenmaal beter de ansoop - maar een klein visje - schoonmaken en bewerken.

Als ze zuidelijker trekt en de zoektocht haar Spaanse en Italiaanse vissersdorpen laat aandoen, valt op dat alle Europese vissersdorpen iets gemeenschappelijks hebben. Ze spreekt met oude vissermannen, die ontroerd spreken over vroeger, toen de vangsten nog goed waren. Vissers hebben te kampen met quota en regelgeving en de dorpen moeten het vooral nog hebben van hun charme en de toeristen die daar als vliegen op afkomen. Dat ze daar vis eten die steeds vaker van elders komt, weten ze niet, maar ze happen het net zo lekker weg en de verkopers houden het beeld van authentiek vissersdorp graag in stand. En concurrentie: de Spaanse vissers zagen hun vangsten schrikbarend teruglopen, de ansjovisvangst werd een tijdje verboden, zodat de straalvinnige vis zich kon voortplanten om zich later succesvol te laten vangen. Tot afgrijzen van de Fransen, die er zelf een robuuste vorm van visserij op nahielden maar het Spaanse succes niet konden uitstaan. Het leidde tot een vissersoorlog in de Golf van Biskaje, waar rookbommen, het doorsnijden van netten en zelfs het enteren van vissersschepen aan te pas kwamen. Tsja, Fransen en jaloezie is een combinatie waar we ongelukkigerwijs alles van weten.

Eigenaardig eigenlijk, dat we de ansoop vergeten lijken te zijn. Ik ben grootgebracht met de smaak van tong, schol en gerookte oal, maar niet met ansjovis. Terwijl het altijd een belangrijk onderdeel van onze visserij was. Of eten we het stiekem toch? Toen ik laatst achteloos mijn favoriete barbecuesaus over een stukje kip gooide, viel mijn oog op een klein maar belangrijk bestandsdeel: ansjovis.

Jan Maarten Zwaan