Songfestival Regionaal
Het songfestival. Ik volg die onzin allemaal niet. Maar bij wat ik er van meekreeg, deed Nederland het niet heel bijzonder. Gelukkig komt er een aardige herkansing op 4 november. Niet in een internationaal spektakel, maar gewoon in ons eigen landje.
De spelregels zijn simpel. Iedere regionale omroep stuurt een afgevaardigde artiest. Het moet een onbekend talent zijn die nog nooit een Top40-hit gescoord heeft. De inzending moet origineel zijn en niet eerder uitgebracht. En dan de klapper: het moet in streektaal!
Tja, dan blijft er voor Omroep Flevoland weinig over. De voorrondes moeten dus op Urk plaatsvinden, omdat de rest van de polder uit algemeen beschaafd Nederlands sprekende, zorgvuldig geselecteerde modelburgers bestaat. Ik heb een voorschot op onze inzending geschreven. En dan moeten Leuster en Or Dan maar onderling uitvechten wie er de mooiste versie van vertolken kan.
Wil je het ook meezingen? Gebruik dan ongeveer de wijs van ‘De kop van de kat is jarig’.
De polder die viel droge
De inwoeners perfect
De standaard was iel ooge
In dat worde string e-checkt
Ze mossen effen slikken
Tussen arts in barones
Doar woar de zie mos wikken
Stak een pukkel eut et gres
De polder et een pukkel
In die pukkel die iet Urrek
De bewoeners binnen sukkels
Eeten niet mit mes in vurrek
Et barst er van de leuzen
In et stinkt nor rotte vis
Ze vereuzen mar nor Keuzen
Woar vast nog plekke is
De polder et een pukkel
‘Een parel’, zeggen wij
Jelui binnen zellef sukkels
In je kreegen oens erbij
Ik zou er maar an winnen
We goan echt niet wikken, buur
As je niet tevreden binnen
Steek je toch de dik wier duur
Ik laat het resultaat aan Ben lezen. Hij vindt het prachtig. ‘As we doar niet mie winnen!’
We zingen ‘m even samen. Het klinkt fantastisch. Vooral als we de laatste twee regels als een soort crescendo herhalen.
‘Toppertjen, ouwe’, zegt Ben, ‘Dit wordt oens nije volkslied’.
En zo is het maar net.
watwietwillem@outlook.com